NEDERLANDS
42
Plaats de te bewerken werkstukstapel en de gerede
werkstukken dicht bij de normale werkplek van de
bediening.
Schakel de machine uit zolang deze onbewaakt is en
koppel deze van stroomtoevoer af.
Controleer vóór ieder inbedrijfstelling alle
schroef- en steekverbindingen evenals
beschermingsinrichtingen op vastheid en juiste
plaatsing en of alle lichtdraaiend zijn.
Het is streng verboden de aan de machine
aangebrachte veiligheidsinrichtingen te
demonteren, het gebruiksdoel te veranderen of
vreemde beschermingsinrichtingen aan te
brengen.
Voor reiniging en reparatie moeten de volgende
scheidende beveiligingsinrichtingen worden ver-
wijderd:: Bijvoegbeveiliging zaagbladbeveiliging
Na uitvoering van de werkzaamheden moeten
alle beveiligingsinrichtingen weer correct worden
geïnstalleerd. Zie afbeelding.
Het apparaat mag niet gebruikt worden, als
het beschadigd is of de beschermingsinrichtingen
defect zijn. Vervang versleten of beschadigde
onderdelen.
Vor jedem Gebrauch Gerät , Anschlusskabel, Verlän-
gerungskabel und Stecker auf Beschädigung und
Alterung kontrollieren. Beschädigte Teile nur von
einem Fachmann reparieren lassen.
Defecten aan/storingen van de machine, de veilig-
heidsinrichting of de zaagbladen dienen – zodra zij
geconstateerd worden – bij de voor de veiligheid
verantwoordelijke persoon gemeld te worden.
Voordat de aan/uit-schakelaar wordt bediend, contro-
leer of het zaagblad juist is gemonteerd.
De zaag mag niet meer gebruikt worden, indien de
wip niet automatisch in zijn rustpositie terugveert.
Indien na het uitschakelen van de machine het
zaagblad niet in max. 10 sec. tot stilstand komt, mag
de zaag niet meer gebruikt worden.
Neem voorzorgsmaatregelen om veilig te kunnen
werken.
Het is streng verboden, spanen of splinters bij een
draaiende machine te verwijderen.
Het is verboden willekeurige afsnijdsels of delen
van het werkstuk bij een draaiende machine uit de
werkomgeving te verwijderen.
Gebruik geen zaagbladen die beschadigd of ver-
vormd zijn.
Gebruik enkel goed geslepen zaagbladen.
Volg de aanwijzingen van de producent op voor het
gebruik, instelling en reparatie van zaagbladen.
Zaagbladen, waarvan de gegevens niet overeenko-
men welke in de gebruiksaanwijzing staan, mogen
niet gebruikt worden.
Het toelaatbare toerental van het inzetgereedschap
moet minstens even hoog zijn als het maximale
toerental dat op het elektrische gereedschap is
aangegeven.
Er mag alleen gereedschap worden gebruikt dat in
overeenstemming is met de norm EN 847-1.
De gereedschappen moeten in een geschikte houder
vervoerd en bewaard worden;
Om ruisontwikkeling te minimaliseren moet het
gereedschap scherp en alle elementen voor het
verlagen van het geluidsniveau (afdekkingen etc.)
juist ingesteld te zijn.
Vervang een versleten tafelelement.
Maakt u zich vertrouwd met de veilige werkzaam-
heden, reiniging, onderhoud en regelmatige
verwijdering van spanen en stof voor vermindering
van brandrisico.
Overtuigt u zich dat de gebruikte flensen, zoals door
de producent aangegeven, voor het gebruiksdoel
geschikt zijn.
Gebruik alléén origineel toebehoren en originele
onderdelen.
Schakel de machine bij een blokkering van de zaag
onmiddellijk uit. Neem de netstekker uit en verwijder
het vastgeklemde werkstuk.
Bij het transporteren van de machine enkel de trans-
portinrichtingen gebruiken. Beveilig het apparaat
met geschikte bevestigingsmiddelen tegen wegrol-
len, omvallen en omkiepen.
Onderhoud
Voor het uitvoeren van willekeurige
werkzaamheden aan het apparaat de
stekker uit het stopcontact nemen.
Reparaties en werkzaamheden, die niet in deze
aanwijzing worden beschreven, enkel door gekwali-
ficeerd personeel laten uitvoeren.
Gebruik alléén origineel toebehoren en originele
onderdelen.
Bij behoefte vindt u de reserveonderdelenlijst op het
internet onder www.guede.com.
Voer voor elk gebruik een visuele controle uit.
De machine, in het bijzonder de luchtsleuven,
altijd goed schoon houden. Spanenuitwerper en/of
stofafzuiging regelmatig reinigen. Nooit water op het
apparaat spuiten!
Behandel alle bewegelijke onderdelen met milieuvri-
endelijke olie. Nooit vet gebruiken!
De kogellagers van de zaagas zijn beschermd tegen
stof en hierdoor onderhoudsvrij, d.w.z. de lagers
hoeven niet gesmeerd te worden.
De machine, in het bijzonder de luchtsleuven,
altijd goed schoon houden. Nooit water op het
apparaatlichaam spuiten! Kunststoffen niet met
oplosmiddelen, ontvlambare of giftige vloeistoffen
schoonmaken. Voor het schoonmaken een vochtig
doekje gebruiken.
Enkel een regelmatig onderhouden en een goed ver-
zorgd apparaat kan een tot tevredenheid werkend
hulpmiddel zijn. Onderhoudsen verzorgingsfouten
kunnen tot onvoorziene ongevallen en letsels leiden.