NL
7 4
ONTLUCHTING BRANDSTOFSYSTEEM
Het brandstofcircuit moet in de volgende gevallen
worden ontlucht:
• Wanneer de brandstoftank helemaal leeg is
geweest en er lucht in het brandstofcircuit is
gezogen.
• Na de vervanging van het filter.
• Om het systeem te ontluchten:
1 Vul de tank met brandstof.
2 Pomp met de handpomp (24:A) tot de gaso-
lie door het filter van transparant materiaal
(24:B) stroomt tot dit bijna geheel gevuld is
(over het algemeen zijn 4 tot 5 pompslagen
voldoende).
7 5
CONTROLE VAN HET OLIEPEIL VAN DE
MOTOR (25)
Bij de aflevering zit er genoeg olie in de motor van
de machine.
Alvorens de machine te starten, het
oliepeil van de motor controleren
Zie voor controleren / bijvullen van de
motorolie 9 5 1
7 6
CONTROLE VAN HET TRANSMISSIEO-
LIEPEIL
Zie voor controleren / bijvullen van de
transmissieolie 9 7 1
7 7
VEILIGHEIDSCONTROLES
Controleer, wanneer u de machine uitprobeert, of
de resultaten van de veiligheidscontroles overeen-
stemmen met hetgeen vermeld is in onderstaande
tabellen.
De veiligheidscontroles moeten voor ie-
der gebruik worden uitgevoerd
Als één van de resultaten van de contro-
les afwijkt van hetgeen in onderstaande
tabellen is aangegeven, mag u de ma-
chine niet gebruiken! Breng de machine
naar een servicewerkplaats voor de no-
odzakelijke controles en reparaties
7 7 1 Algemene veiligheidscontrole
Onderdeel
Brandstofslangen
en aansluitingen.
18
Resultaat
Geen lekkages.
NEDERLANDS
Elektrische kabels.
Uitlaatsysteem.
Dragers motor
Oliecircuit
Rijd de machine
voor- en achteruit
en laat het pedaal
van de bedrijfsrem-
aandrijving omho-
og komen.
Testrit.
7 7 2 Elektrische veiligheidscontrole
Toestand
Het koppelings-/
rempedaal is niet
ingetrapt.
De krachtafnemer
is niet ingescha-
keld.
Lopende motor.
Het koppelings-/
rempedaal is niet
ingetrapt.
De contactsleutel
staat in de rijstand
7 8
STARTEN / BEDRIJF
Wanneer de machine wordt gebruikt, moet
de motorkap gesloten en vergrendeld zijn.
(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzingen)
Alle isolatie intact.
Geen mechanische
schade.
Geen lekkages bij de
aansluitingen Alle schroe-
ven aangespannen.
De schroeven waarmee
de motor aan de dragers
bevestigd zijn, zijn correct
aangehaald.
Geen lekkages. Geen
schade.
De machine zal stoppen.
Geen abnormale trillingen.
Geen abnormale geluiden.
Hande-
Resultaat
ling
Probeer
De motor start
te star-
niet.
ten.
De
De motor slaat
bestuur-
af.
der gaat
staan.
Het
Trap het
geluids-
"koppeling-
signaal
rem"-pedaal in.
is actief.
Start de motor
en breng hem
op het be-
drijfstoerental.
Het signaal
gaat uit.