c) Wielen vervangen
De banden zijn op de velg gefixeerd, zodat ze niet los kunnen raken van de velg. Wanneer de banden versleten zijn,
moet daarom het hele wiel worden vervangen.
Verwijder na het losdraaien van de wielmoer (A) het wiel
van de wielas (C).
Vervolgens wordt het nieuwe wiel geplaatst zodat de binn-
enzeskant in de velg precies op de meeneemmoer (B) zit.
Draai het wiel met de in het begin verwijderde wielmoer
(A) weer vast op de wielas (C). Pas echter tijdens het vast-
schroeven geen geweld toe, aangezien het wiel anders
moeizaam draait, waardoor de aandrijving beschadigd
kan raken.
Het is mogelijk dat de meeneemmoer (B) wanneer het wiel van de velg wordt getrokken erin vast komt te
zitten of losraakt van de wielas (C). Zorg er dan voor dat de meeneempen (D) er niet uitvalt en verloren
gaat.
Wanneer later het wiel weer wordt gemonteerd, moet u in elk geval controleren of de meeneempen (D)
precies in het midden van de wielas (C) zit en in de ervoor bestemde groef in de meeneemmoer (B) komt
te liggen.
Als de meeneempen (D) ontbreekt, kan de motor geen draaimoment op het wiel overdragen en deze draait
door.
131