GEBRUIK
Bediening van de kookzones
Controlelampje
Restwarmte-indicatie
Pannen
NL 6
Lees de separate veiligheidsvoorschriften
voordat u het toestel in gebruik neemt!
U bedient de kookplaten met de knoppen op het bedieningspaneel.
De kookstanden zijn aangegeven van 1 tot 6. Stand 1 is de laagste
kookstand en stand 6 de hoogste. In de 0 stand is het element
uitgeschakeld. Tussenstanden worden traploos gekozen en ingesteld.
U kunt de knoppen voor de traploos instelling in beide richtingen
draaien. De kookplaat wordt volledig uitgeschakeld door de knop in de
0 stand te draaien.
Zodra u een kookzone inschakelt, gaat het controlelampje branden.
De indicatie geeft aan dat de kookzone nog warm is en dooft
zodra de glasplaat een veilige temperatuur bereikt heeft.
Restwarmte wordt met een lampje op de glasplaat weergegeven.
Pannen voor keramisch koken
Keramisch koken stelt eisen aan de kwaliteit van de pannen.
Let op!
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch koken met:
▷ een dikke bodem van minimaal 2,25 mm;
▷ een vlakke bodem.