Pentair Jung Pumpen Compli 108/2 ME Instructions De Service page 19

Masquer les pouces Voir aussi pour Compli 108/2 ME:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 13
GEBRUIK FECALIËN­
POMPINSTALLATIES
De kant-en-klare compli-fecaliënpompin-
stallaties zijn conform de LGA-typekeuring
getest en geschikt voor het pompen van af-
valwater uit toiletten en urinoirs, evenals van
huishoudelijk afvalwater met de gebruike-
lijke toevoegingen.
De tanks kunnen onder water staan met een
max. hoogte van 2 mWS en een maximale
periode van 7 dagen.
De regelaar mag niet onder water staat,
maar is bestand tegen spatwater conform
IP 44.
Indien geïnstalleerd zoals voorgeschreven
en bij juist gebruik, voldoet de regelaar aan
de beschermingseisen van de EMC-richtlijn
2004/108 EG en is geschikt voor gebruik
in huis met aansluiting op het openbare
elektriciteitsnet. Bij aansluiting op een in-
dustrieel netwerk in een industrieel bedrijf
met een stroomvoorziening via een eigen
hoogspanningstransformator, moet onder
bepaalde omstandigheden met een slechte
bestendigheid tegen storingen rekening wor-
den gehouden.
Bij gebruik van de installaties moeten de
respectieve nationale wetten, voorschriften
en de gemeentelijke bepalingen worden na-
geleefd, zoals bijvoorbeeld
∙ Pompinstallaties voor afvalwater van ge-
bouwen en terreinen (bijvoorbeeld in Eu-
ropa EN 12050 en 12056)
∙ Installatie van laagspanningsinstallaties
(bijvoorbeeld in Duitsland VDE 0100)
∙ Veiligheid en arbeidsmiddelen (bijvoor-
beeld in Duitsland BetrSichV en BGR 500)
∙ Veiligheid in het afvalwaterinstallaties
(bijv. in Duitsland GUV-V C5, GUV-R 104,
GUV-R 126)
∙ Elektrische installaties en productiemid-
delen (bijvoorbeeld in Duitsland GUV-V
A3)
∙ Explosiebeveiliging conform EN 60079-
0:2013, EN 60079-1:2007, EN 60079-
14:2007, EN 60079-17:2007 en EN 1127-
1:2011
Leveringspakket
∙ Tank met pomp(en) en klemflens voor de
inlaat
∙ Verloopstuk DN 150 / DN 100 voor compli
500 en 1000
∙ Overschuifmof voor ventilatie (compli 600
en 1200 elastische verbindingen met be-
vestigingsringen)
∙ Aansluitflens voor de drukleiding
∙ elastische verbinding met bevestigings-
ringen voor de drukleiding
∙ Steekafdichting(en) voor de handmem-
braanpomp of extra inlaat DN 50
∙ Bevestigingsmateriaal voor de tank
∙ Terugslagklep voor de drukleiding (compli
300, 1000, 600 en 1200)
∙ Regelaar (niet bij de compli 300)
Gebruikswijze: intermitterend bedrijf S3,
zie technische gegevens
INBOUW
De pompinstallatie moet vrijstaand worden
geïnstalleerd en zodanig dat opwaartse druk
is gegarandeerd. Naast en boven alle te on-
derhouden onderdelen moet een werkruimte
van ten minste 60 cm in de breedte of hoogte
aanwezig zijn.
Ventilatie: de ventilatieleiding moet over het
dak worden geleid.
Inlaat: In de inlaat vóór de tank moet een af-
valwaterschuifafsluiter zijn aangebracht.
Drukleiding: Achter de terugslagklep in de
drukleiding moet nóg een afvalwaterschuif-
afsluiter zijn aangebracht. Wordt de terug-
slagklep niet meegeleverd met de installatie,
dan moet een EN-gecertificeerde terug-
stroombeveiliging worden ingebouwd.
De drukleiding moet met een lus boven het
lokale opstuwingsniveau worden geleid.
Voor de ontwatering van van de opstelruimte
moet een pompkoker worden aangebracht.
ATTENTIE! Alle schroeven die dienen voor
het vastzetten van afzonderlijke onderdelen
aan de tank, mogen slechts met een max.
aantrekmoment tot 6 Nm worden vastge-
draaid.
Montage van de tank
De schuifafsluiter in de inlaat (toebehoren)
sluiten om binnendringen van water tijdens
de installatie te voorkomen.
compli 300. De gewenste inlaat DN 100 aan
de zijkant of boven met een gatenzaagØ 102
of een decoupeerzaag bij de markering
openzagen en ontbramen. De meegeleverde
klemflens met de zeskantschroeven losjes in
de inlaat bevestigen.
Het hoekijzer voor de verankering van de in-
stallatie op de tank schroeven en vervolgens
de installatie met de spanflens tot de aan-
slag op de inlaatbuis schuiven.
Dan de markeringen voor de grondankers
aftekenen, uitboren en de pluggen plaatsen.
Nu kan de spanflens worden vastgedraaid en
de installatie met houtschroeven en ringen in
de vloer verankerd.
Alle andere compli-pompinstallaties met
de klemflens tot de aanslag op de inlaatbuis
schuiven en uitlijnen.
Als er een DN 150-zijinlaat worden gebruikt,
moet deze eerst met behulp van een gaten-
zaag met een diameter van 152 op de marke-
ring worden opengezaagd en ontbraamd. De
standaardtoevoer moet dan met de sluitset
(accessoire) worden gesloten en het inscha-
kelniveau moet opnieuw worden gedefini-
eerd.
Opmerking: Bij de compli 500 en 1000 kan
de inlaat van DN 150 naar DN 100 worden
verkleind, indien het meegeleverde verloop-
stuk eerst in de klemmenflens is geplaatst.
De zeskantschroeven van de klemflens ste-
vig aandraaien.
NEDERLANDS
Gaten voor de vloermontage van de tank af-
tekenen en uitboren.
Houtschroef samen met ring en plug door
het gat in de tank steken en vastschroeven.
ATTENTIE! De schroeven slechts zover aan-
draaien dat de tank niet wordt vervormd, om-
dat er anders kans op lekkage ontstaat.
Voor de installaties van de serie compli 600
en 1200 is de tank bovendien uitgerust met
twee hoekijzers aan de zijkanten.
Montage van de ventilatie
De ontluchtingspijp met de overschuifmof
DN 70 rechtsboven op de tank aansluiten en
over het dak leiden.
Bij de compli 600 en 1200 de bovenste recht-
se pijp Ø 78 mm op de markering afzagen en
ontbramen. Nu de ventilatiepijp met de elas-
tische verbinding DN 70 aansluiten en over
het dak leiden.
Montage van de drukleiding
Op de afvoerflens monteren:
1. Terugslagklep (indien niet inbegrepen)
2. Afsluitschuif (toebehoren)
3. Aansluitflens en
4. met een elastische verbinding de druklei-
ding aansluiten en met een lus boven het
lokale opstuwniveau leiden.
Aansluiting DN 50 verticaal op de noodaf-
voer
Deze aansluiting wordt gebruikt voor het
aansluiten van een handmembraanpomp.
De uitlooptuit op de markering openzagen
met een gatenzaag en ontbramen.
De plug 58/50 aanbrengen.
Een inlaatbuis met buitendiameter van 50
mm door de plugafdichting in de tank steken.
De afstand tot de bodem van de tank moet 50
mm bedragen.
De handmembraanpomp gemakkelijk toe-
gankelijk op de muur aanbrengen, aanslui-
ten op de ingebrachte buis en vervolgens
de drukleiding van de handmembraanpomp
aansluiten. Ook hier moet de drukleiding
met een lus boven het lokale opstuwniveau
worden geleid.
Extra inlaat DN 50 horizontaal
De voorgeslepen groef voor de extra inlaat
met een gatenzaag openzagen en ontbra-
men.
De plug 58/50 aanbrengen.
Inlaatbuis met buitendiameter van 50 mm
door de plugafdichting in de tank steken.
ATTENTIE! De aansluitleidingen op de lage
inlaten aan de zijkant van de compli 300
moeten zo dicht mogelijk bij de installatie van
een zogenaamde opstuwbocht worden voor-
zien. Deze bocht moet een minimale hoogte
van 180 mm hebben tussen de buisbodem
en het opstelvlak. Door een luchtlaag in de
19

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières