De tweede operator is belast met de
behandeling van de zwengel en het
neerplaatsen van de last in hoge positie.
Beschrijving van de werkfasen tijdens het
stijgen van een last:
• De last stroppen
De operator hangt de te hijsen last op met de
hijshaak van het toestel (fig. 3, tek. 1).
• Opstijgen van de last
Door een lichte draaibeweging van de
zwengel (fig. 1, tek. 5) doet de operator de
massa van de grond stijgen en controleert of
geen enkel deel van de last los kan komen
tijdens de stijgbeweging.
• Hijsen van de last
Door een draaibeweging van de zwengel
(fig. 1, tek. 5) doet de operator de last stijgen.
GEVAAR: De operator moet verplicht
een permanent visueel contact hebben op
de last over de volledige lengte en hij moet in
het bijzonder:
- Vermijden dat de last gaat schommelen
of draaien.
- Elk obstakel verwijderd houden van de
hijskabel of van de last van materiaal.
- Vermijden dat de kabel slapt wordt op het
belaste gedeelte.
• Het hijsen van de last stoppen.
De operator laat de zwengel los. Op dit
moment moet de operator de effectieve stop
van de last vaststellen.
• De last in hoge positie plaatsen en
neerzetten.
De operator grijpt de last vast met een
aangepaste hijsarm en plaatst de last
loodrecht op het oppervlak waar de last
neergezet moet worden.
De operator zet de last neer door de zwengel
te bedienen.
BELANGRIJK: Controleer, tijdens
het neerzetten, of de last stabiel is en of
geen enkel element zich van de last kan
losmaken.
9.3.3 Dalen van de last van materiaal
OPMERKING: Tractel raadt aan
2 operators in te schakelen voor het uitvoeren
van deze bewerking.
De eerste operator is belast met het stroppen
van de last en het bedienen van de
bedieningskast.
De tweede operator is belast met het
neerzetten van de last in lage positie.
Beschrijving van de werkfasen tijdens het
dalen van een last:
• De last stroppen en lichtjes doen stijgen,
• Plaats de last loodrecht op de plaats
waar men de last moet neerzetten.
De operator grijpt de last vast met een
aangepaste hijsarm en plaatst de last
loodrecht op het oppervlak waar de last
neergezet moet worden en doet vervolgens
door draaibeweging van de zwengel dalen.
GEVAAR:
• Controleer of er zich geen enkel obstakel
bevindt op het daaltraject van de last.
• Controleer of de neerzetplaats beveiligd
is en of er geen enkele persoon zich
onder de last bevindt.
• De operator moet verplicht een perma nent
visueel contact hebben op de last over de
volledige lengte en hij moet in het
bijzonder:
- Vermijden dat de last gaat schommelen
of draaien.
- Elk obstakel verwijderd houden van de
hijskabel of van de last van materiaal.
- Vermijden dat de caRol™ hijskabel slap
wordt.
• De daling van de last stoppen.
De operator stopt de draaibeweging van de
zwengel. Op dit moment moet de operator de
effectieve stop van de last vaststellen.
• De last in lage positie plaasten en
neerzetten.
15
NL