nl - Vertaling vanuit het origineel
Op het typeplaatje staan gegevens over het rotor-
blad en het materiaal van de behuizing, de mechani-
sche verzegeling en de bijbehorende materialen.
Voor meer informatie, zie
366.
IMQ of andere merken (alleen voor elektrische
pompen)
Tenzij anders vermeld, voor producten met een aan-
duiding van elektrisch-gerelateerde veiligheidsgoed-
keuring, verwijst de goedkeuring uitsluitend naar de
elektrische pomp.
3.4 Pompbeschrijving
• Aansluitafmetingen conform EN 733 (modellen
32-125...-200; 40-125...-250; 50-125...-250;
65-160...-250; 80-160...-250).
• Slakkenhuispomp met uittrekbare lagerbeugel
aan de achterkant.
3.5 Materiaal
De metalen onderdelen van de pomp die in contact
komen met vloeistof zijn gemaakt van:
Materiaalcode
Materiaal be-
huizing/waaier
SS
Roestvrijstaal/
Roestvrij staal
SN
Roestvrijstaal/
Roestvrij staal
3.6 Mechanische pakking
Ongebalanceerde enkele mechanische pakking con-
form EN 12756, versie K.
3.7 Toepassingslimieten
Maximale werkdruk
Afbeelding 4
op pagina 369 toont de maximale werk-
druk, afhankelijk van het model pomp en de tempe-
ratuur van de gepompte vloeistof.
P
+ P
≤ PN
1max
max
P
Maximale aanvoerdruk
1max
P
Maximale werkdruk die door de pomp gege-
max
nereerd wordt
PN
Maximale bedrijfsdruk
Intervallen van de vloeistoftemperatuur
Voor het bereik van de bedrijfstemperatuur, zie
beelding 4
op pagina 369.
Neem voor speciale vereisten contact op met de
verkoop- en servicevertegenwoordiger.
Maximumaantal starts per uur
kW
0,25
4,00
11
-
-
-
3,00
7,50
15
Starts
60
40
30
per
uur
Geluidsniveau
80
Afbeelding 3
op pagina
Standaard/
optioneel
Standaard
Standaard
Af-
18,5
30
45
90
-
-
-
22
37
75
160
24
16
8
4
Voor de juiste drukniveaus van pompen die uitgerust
zijn met een standaardmotor, zie
370
Voor geluidsdrukniveaus van de pomp zonder motor,
zieTabel 10
op pagina 372.
4 Installatie
Voorzorgsmaatregelen
WAARSCHUWING:
• Neem de geldende regels ter voorko-
ming van ongelukken in acht.
• Gebruik geschikte apparatuur en be-
schermingsmiddelen.
• Raadpleeg altijd de lokale en/of natio-
nale wet- en regelgeving, en gelden-
de regels met betrekking tot het se-
lecteren van de locatie voor de instal-
latie, en de aansluitingen voor water
en stroom.
ELEKTRISCH GEVAAR:
• Zorg dat alle aansluitingen worden
uitgevoerd door gekwalificeerde tech-
nicus in overeenstemming met de
geldende regelgeving.
• Voordat u begint met werkzaamhe-
den aan de machine, dient u ervoor
te zorgen dat de machine en het be-
dieningspaneel gescheiden zijn van
de elektrische voeding en niet kun-
nen worden ingeschakeld. Dit is ook
van toepassing op het regelcircuit.
Aardgeleiding (massa)
ELEKTRISCH GEVAAR:
• Sluit altijd eerst de externe be-
schermgeleider op de aardedraad
aan voordat u andere elektrische ver-
bindingen aansluit.
• U moet alle elektrische apparatuur
aarden. Dit geldt zowel voor de
pompuitrusting en de aandrijving als
voor de bewakingsapparatuur. Test
de aardedraad (massa) om te contro-
leren of deze goed is aangesloten.
• Als de motorkabel per ongeluk is los-
getrokken, moet de aardegeleider
(massa) de laatste geleider zijn die
van de aansluiting losraakt. Zorg dat
de aardegeleider (massa) langer is
dan de fasegeleiders. Dit geldt voor
beide uiteinden van de motorkabel.
• Breng extra beveiliging aan tegen do-
delijke schok. Installeer een hoogsen-
sitieve differentiaalschakelaar (30
mA) [residual current device RCD]
(apparaat voor reststroom).
4.1 Eisen aan de installatie
4.1.1 Locatie van de pomp
GEVAAR:
Gebruik deze pomp niet in omgevingen
waarin mogelijk ontvlambare/explosieve
Tabel 9
op pagina