het terug op. Deze functie is bedoeld om een storing op te
lossen die bijvoorbeeld is veroorzaakt door het slecht
ontluchten van de machine of het verstoppen bij de waaier.
Als deze toestand aanhoudt voor een langere periode (> 5
minuten), neem contact op met de klantendienst. In dit
geval moet een verdere invoer van water naar de tank
worden voorkomen.
De bovenstaande fouten worden daarnaast aangegeven
door middel van een akoestisch alarm dat is geïntegreerd
in de regelaars. De verschillende signalen hebben de
volgende betekenissen:
1 pieptoon per seconde = Maximale looptijd overschreden
3 pieptonen per seconde = Hoogwateralarm
Daarnaast hebben de regelaars een testknop aan de
bovenkant. Hiermee kan de pomp onafhankelijk van het
niveau in de opvangtank worden getest. Er kan ook door
middel van het gebruik van deze knop een noodwerking
van de pomp worden geactiveerd in het geval van een fout
of defect van de niveausensor.
5.3. Controle van de draairichting
1-Fasige pompen moeten niet worden
gecheckt omdat ze altijd in de correcte
draairichting werken.
Plaats de pomp verticaal op de grond en hef
een rand op. Start de motor. Van bovenaf
gezien moet de unit linksom trekken omdat
de juiste draairichting rechtsom is.
Als de draairichting verkeerd is, wissel twee
fasen van de elektrische stroomvoorziening.
Door middel van een schakelkast met CEE-
stekker, kan dit worden gedaan door de
kleine ronde aansluiting van de pool 180° te
draaien met een schroevendraaier.
6. Installatie
De operator moet schade door het overstromen van
ruimtes vanwege defecten aan de pomp voorkomen door
middel van het treffen van de gepaste maatregelen (bv.
installatie van alarmunits, back-uppomp of iets
gelijkaardigs).
Bevestig de tank op een effen vloer met expanderbouten.
Voordat u de afvoerunits installeert, zorg ervoor dat alle
nationale voorschriften en de algemene maatregelen
inzake de bescherming van de gezondheid en industriële
bescherming voor de installatie van de afvoerunits (DIN
1986) in acht worden genomen. Houd verder rekening met
de hints hieronder:
Installeer de unit op een dergelijke manier dat de
werkings- en serviceonderdelen gemakkelijk
toegankelijk zijn. Zorg ervoor dat er genoeg ruimte
(ongeveer 50 cm) is tussen de horizontale invoer en
een eventuele muur.
Plaats een afsluiter in de toevoerleiding en de
afvoerleiding om een gemakkelijke service of
demontage van de unit te verzekeren.
Om een opstapeling van sedimenten te voorkomen in
de afvoerleiding, moeten de buis en het opvoerstation
worden aangepast voor een watersnelheid van
minimum 0,7 m/s, maar voor verticale buizen echter
niet meer dan 1,0 m/s.
De inkomende riool zou kunnen volgen op de
horizontale invoer via een WC-directe aansluiting met
180 of 250 mm of een DN 100 of DN 50 effluentleiding.
Er zijn verticale aansluitingen (DN 50 en DN 100)
aanwezig voor servicepijplijnen. Snijd de afgedopte
verticale en horizontale afvoer af en sluit een
inkomende rioolinvoer aan die overeenkomt met de
diameter van de invoer.
Isoleer voor het voorkomen van het bevriezen van de
afvoerleiding de volledige afvoerleiding tot het
rioolniveau.
Monteer recht boven de terugslagklep een afsluiter in
de afvoerleiding.
Voor een probleemloze werking van de regelaar voor
het pneumatisch niveau is het absoluut noodzakelijk
dat de drukslang tussen de tank en de schakelkast
geïnstalleerd is zonder lussen, plooien en continu
stijgt.
Snijd het afgedopte uiteinde van de ontluchter af en
sluit een DN 70 luchtpijp aan op de tank door middel
van de voorziene flexibele verbinding. De luchtpijp
moet leiden naar de open lucht zoals staat in de lokale
regelgeving.
Monteer de geleverde pompregelaar op een
overstromingsvrije plaats op de muur zoals staat in de
lokale wetgeving.
7. Inbedrijfstelling
Laat de pomp nooit voor een lange tijd drooglopen. Dit
maakt de pomp kapot (gevaar voor oververhitting).
Voordat het afvoerunit wordt opgestart, zorg ervoor dat alle
afsluitkleppen open zijn en controleer of de unit goed werkt.
Draai de bedieningsschakelaar naar de stand 'ON'.
De pomp start en stopt samen met de regelaar van het
pneumatische niveau, volgens het vloeistofniveau in de
tank.
58