Slechts zoveel spuitmiddel
–
voorbereiden als nodig is, om
resthoeveelheden te voorkomen
Bij het mengen van de verschillende
–
plantenbeschermingsmiddelen de
instructies in de
gebruikshandleiding opvolgen –
door verkeerde mengverhoudingen
kunnen giftige dampen of
explosieve mengsels ontstaan
Verschillende
–
plantenbeschermingsmiddelen
alleen met elkaar vermengen als
deze door de fabrikant hiervoor zijn
vrijgegeven
Spuitmiddelreservoir vullen
Het plantenbeschermingsmiddel
–
alleen in de open lucht of in goed
geventileerde ruimten bijvullen
Het apparaat zo op een vlakke
–
ondergrond plaatsen dat dit niet kan
omvallen – het spuitmiddelreservoir
niet tot boven het max.-merkteken
vullen
Het apparaat bij het vullen niet op
–
de rug dragen – kans op letsel!
Slechts zoveel
–
plantenbeschermingsmiddel
voorbereiden als nodig is, om
resthoeveelheden te voorkomen
Afsluiterhendel en bij de SR 450
–
bovendien de doseerhendel voor
het vullen dicht zetten
Bij het vullen via het waterleidingnet
–
de vulslang niet in de te vernevelen
vloeistof steken – onderdruk in het
leidingsysteem zou de te
vernevelen vloeistof in het
waterleidingsysteem kunnen zuigen
SR 430, SR 450
Voor het vullen met het spuitmiddel
–
eerst een test uitvoeren met schoon
water en de drukspuit controleren
op lekkage
De dop van het spuitmiddelreservoir
–
na het vullen goed vastdraaien
Gebruik
Alleen in de buitenlucht of in zeer
–
goed geventileerde ruimten, bijv.
open kassen, werken
Tijdens de werkzaamheden met
–
plantenbeschermingsmiddelen,
deze niet inhaleren, niet eten, roken
en drinken
Spuitmonden en andere kleine
–
onderdelen nooit met de mond
uitblazen
Contact met
–
plantenbeschermingsmiddelen
voorkomen – met
plantenbeschermingsmiddel
vervuilde kleding direct verwisselen
Alleen werken als het windstil is
–
Ongunstige weersomstandigheden
kunnen tot verkeerde concentratie van
het plantenbeschermingsmiddel leiden.
Overdosering kan leiden tot schade aan
planten en milieu. Een te lage dosering
kan leiden tot het uitblijven van
resultaten.
Om schade aan het milieu en planten te
voorkomen, het apparaat nooit
gebruiken:
Bij wind
–
Bij temperaturen boven de 25 °C in
–
de schaduw
Bij direct zonlicht
–
Om schade aan het apparaat en
ongelukken te voorkomen, het apparaat
nooit gebruiken met:
Ontvlambare vloeistoffen
–
Stroperige of plakkerige vloeistoffen
–
Etsende en zuurhoudende
–
middelen
Vloeistoffen die warmer zijn dan
–
50 °C
Opslag
Bij een werkonderbreking het
–
apparaat niet blootstellen aan direct
zonlicht en warmtebronnen
Spuitmiddelen nooit langer dan een
–
dag in het spuitmiddelreservoir
laten zitten
Plantenbeschermingsmiddelen
–
alleen in hiervoor goedgekeurde
flessen/blikken opslaan en
transporteren
Plantenbeschermingsmiddel niet
–
opslaan in flessen/blikken bestemd
voor levensmiddelen, drank en
voedermiddelen
Plantenbeschermingsmiddel niet
–
opslaan in de nabijheid van
levensmiddelen, drank en
voedermiddelen
Plantenbeschermingsmiddel uit de
–
buurt houden van kinderen en
dieren
Het apparaat afgetapt en
–
schoongemaakt opbergen
Nederlands
85