Nederlands
Met plantenbeschermingsmiddelen in
aanraking gekomen kleding direct
verwisselen.
De nauwsluitende kleding
mag tijdens het werk niet
hinderen.
Bij sommige plantenbe -
schermingsmiddelen
moet een vloeistofdicht
veiligheidspak worden
gedragen.
Bij werkzaamheden boven het hoofd
bovendien een vloeistofdicht
hoofddeksel dragen.
Geen kleding, sjaal, das,
sieraden dragen die in de
luchtaanzuigopening
kunnen worden getrok -
ken. Lang haar in een
paardenstaart dragen en
vastzetten (hoofddoek,
muts, helm enz.).
Vloeistofdichte en plan -
tenbeschermingsmiddelb
estendige veiligheidslaar -
zen met stroeve zool
dragen.
Nooit blootsvoets of met sandalen
werken.
84
WAARSCHUWING
Om de kans op oogletsel
te reduceren een nauw
aansluitende veiligheids -
bril volgens de norm
EN 166 dragen. Erop let -
ten dat de veiligheidsbril
goed zit.
Een geschikte mondkap dragen.
"Persoonlijke" gehoorbescherming
dragen – zoals bijv. oorkappen.
Het inademen van
plantenbeschermingsmiddelen kan
schadelijk zijn voor de gezondheid. Om
gezondheidsrisico's of allergische
reacties te voorkomen een geschikte
mondkap dragen. Op de aanwijzingen
van het plantenbeschermingsmiddel en
de nationale veiligheidsvoorschriften,
bijv. van beroepsgroepen, sociale
instanties, de arbeidsinspectie en
andere letten.
Vloeistofdichte en plan -
tenbeschermingsmiddelb
estendige handschoe -
nen dragen.
Omgang met
plantenbeschermingsmiddelen
Voor ieder gebruik de
gebruikshandleiding van het
plantenbeschermingsmiddel lezen. De
aanwijzingen voor het mengen, het
gebruik, de persoonlijke
veiligheidsuitrusting, het opslaan en het
milieuverantwoord afvoeren opvolgen.
De wettelijke voorschriften met
betrekking tot de omgang met
plantenbeschermingsmiddelen
aanhouden.
Plantenbeschermingsmiddelen kunnen
bestanddelen bevatten die schadelijk
zijn voor mensen, dieren, planten en het
milieu – kans op vergiftiging en
levensgevaarlijk letsel!
Plantenbeschermingsmiddelen mogen
alleen door die personen worden
gebruikt die een cursus hebben gevolgd
voor de omgang met
plantenbeschermingsmiddelen en
bekend zijn met de betreffende
maatregelen voor eerstehulpverlening.
De gebruikshandleiding of het etiket van
het plantenbeschermingsmiddel altijd bij
de hand houden om in geval van nood
de arts direct over het
plantenbeschermingsmiddel te kunnen
informeren. In geval van nood de
aanwijzingen op het etiket of in de
gebruikshandleiding van het
plantenbeschermingsmiddel opvolgen.
Plantenbeschermingsmiddel mengen
De plantenbeschermingsmiddelen
alleen aan de hand van de gegevens
van de producent mengen – door
verkeerde mengverhoudingen kunnen
giftige dampen of een explosief mengsel
ontstaan.
Vloeibare
–
plantenbeschermingsmiddelen
nooit onverdund vernevelen
Het spuitmiddel alleen in de open
–
lucht of in goed geventileerde
ruimten mengen
SR 430, SR 450