Nederlands
Benodigde hoeveelheid
bestrijdingsmiddel berekenen
Aan de hand van de gebruiksaanwijzing
van het te gebruiken bestrijdingsmiddel
berekenen:
De benodigde hoeveelheid
–
bestrijdingsmiddel voor 1 hectare
(ha)
De concentratie (mengverhouding)
–
van het bestrijdingsmiddel
De benodigde hoeveelheid
bestrijdingsmiddel voor 1 ha
vermenigvuldigen met het berekende
oppervlak in ha. Het resultaat is de
benodigde hoeveelheid
bestrijdingsmiddel voor het te
behandelen oppervlak.
Voorbeeld:
Volgens de gebruikshandleiding is per
ha een hoeveelheid bestrijdingsmiddel
van 0,4 liter (I) in een concentratie van
0,1% nodig voor de toepassing.
Hoeveelheid bestrijdingsmiddel:
0,4 (l/ha) x 0,36 (ha) = 0,144 l
Benodigde hoeveelheid spuitvloeistof
berekenen
De benodigde hoeveelheid
spuitvloeistof wordt als volgt berekend:
T
W
x 100 = T
B
K
T
= hoeveelheid bestrijdingsmiddel in l
W
K = concentratie in %
T
= benodigde hoeveelheid
B
spuitvloeistof in l
100
Voorbeeld:
De berekende hoeveelheid
bestrijdingsmiddel bedraagt 0,144 l. De
concentratie is volgens de
gebruikshandleiding 0,1%.
Hoeveelheid spuitvloeistof:
0,144 l
x 100 = 144 l
0,1%
Loopsnelheid bepalen
Voor aanvang van de werkzaamheden
met de volgetankte rugnevelspuit op de
rug een proeftraject afleggen met een
met water gevuld reservoir. De spuitlans
zo heen en weer bewegen (pendelen),
als bij gebruik in de praktijk. Hierbij de
afgelegde afstand na circa 1 minuut
berekenen.
Bij dit proeftraject tegelijkertijd de
gekozen werkbreedte controleren. Bij
lage gewassen is de doelmatige
werkbreedte 4-5 m. De werkbreedte met
paaltjes afbakenen.
De uitkomst van de in de berekening
afgelegde afstand in meters, gedeeld
door de tijd in minuten is de loopsnelheid
in meters per minuut (m/min).
Voorbeeld:
De afgelegde afstand in een minuut
werd bepaald op 10 m.
Loopsnelheid:
10 m
= 10 m/min
1 min
Doseerinstelling bepalen
De instelwaarde van de doseerinrichting
wordt als volgt berekend:
V
(l) x v
(m/min) x b(m)
a
b
2
A (m
)
V
= hoeveelheid spuitvloeistof
a
v
= loopsnelheid
b
V
= opbrengst
c
b = werkbreedte
A = oppervlak
Voorbeeld:
Met de eerder berekende waarden en
een werkbreedte van 4 m, leidt dit tot de
volgende instelling voor de
doseerinrichting:
144 l x 10 (m/min) x 4 m
2
3600 m
Een hectare (ha) moet in m
omgerekend (ha x 10.000 = m
Voor het instellen van de berekende
opbrengst – zie "Doseerinrichting".
SR 430, SR 450
= V
(l/min)
c
= 1,6 l/min
2
worden
2
).