*
Uit
Voor meer informatie, zie pag. 16.
(A)
*
Uit
Voor meer informatie, zie pag. 16.
(B)
REGELMATIGE ONTSTEKING
(n° = seconden vanaf ogenblik 0)
Geel
Groen
BRANDER ONTSTEEKT NIET
Geel
Rood
WERKING BRANDER
START BRANDER (A)
•
•
0 s : Het programma van de elektrische
•
2 s : Start van de motor van de ventilator.
• 43 s : De vonk springt over van de ontste-
•
• 45 s : De vonk dooft.
• 53 s : De 2de vlamgang VR2 van het ventiel
•
Rood
REGIMEWERKING (A)
Na de starcyclus blijft de elektrische controle-
D3024
doos de aanwezigheid van de vlam en de cor-
recte
controleren.
De brander blijft in werking op constant vermo-
gen.
Als de temperatuur of de druk in de ketel blijft
stijgen, waardoor de afstandbediening TL open-
gaat, dan stopt de brander, lijn F-G.
GEEN ONTSTEKING (B)
Bij gebrek aan ontsteking, vergrendelt de bran-
der binnen 3 sec. na de opening van het gas-
ventiel en 49 sec. na de sluiting van de
afstandbediening TL.
De rode led van de controledoos begint te bran-
den.
HET UITGAAN VAN DE BRANDER IN WER-
KING
Als de vlam toevalling tijdens het in werking zijn
dooft, vergrendelt de brander binnen 1 sec.
D3025
14
Sluiting afstandbediening TL.
Na ongeveer 3s:
installatie begint.
De luchtklep bevindt zich op het
maximum regelvermogen.
De voorverluchtingsfase volgt.
kingselektrode.
Het veiligheidsventiel VS en de 1ste
vlamgang VR1 van het regelvntiel VR
gaan open. De afsluiter van het ven-
tiel VR1 heeft eerst een snelle loop,
die de ontsteking bij een laag vermo-
gen veroorzaakt, punt A; daarna volgt
een trage loop. Het vermogen neemt
geleidelijk toe tot het de regelwaarde
van de 1ste vlamgang bereikt, lijn A-
B.
VR gaat open en het vermogen gaat
langzaam over van de 1ste vlamgang
naar de maximum regelwaarde, lijn
C-D.
De startcyclus van de elektrische
controledoos eindigt.
positie
van
de
luchtdrukschakelaar