6.2 STORINGEN IN DE WERKING
DEFECT
De brander vergren-
delt tijdens de wer-
king.
De brander stopt.
7.
WAARSCHUWINGEN EN VEILIGHEID
Voor een verbranding met zo weinig mogelijk milieuverontreinigende emissies, moeten de afmetingen en het
type verbrandingskamer van de ketel, overeenkomen met bepaalde waarden. Daarom is het raadzaam de
Technische Servicedienst te raadplegen alvorens dit type brander te kiezen voor de combinatie met een ketel.
Het vakbekwaam personeel is het personeel dat aan de technische professionele vereisten voldoet die
voorgeschreven worden door de wet van 5 maart 1990 nr. 46. De handelsorganisatie beschikt over een
dicht net filialen en technische servicediensten waarvan het personeel regelmatig deelneemt aan opleidin-
gen en bijscholingscursussen bij het Bijscholingscentrum van het bedrijf. Deze brander mag alleen gebruikt
worden voor het doeleinde waarvoor hij gemaakt is. Alle contractuele en buitencontractuele aansprakelijk-
heid van de fabrikant voor schade of letsel aan personen, dieren of zaken, door fouten bij de installatie, bij
de afstelling, het onderhoud en door oneigenlijk gebruik, is uitgesloten.
7.1
GEGEVENS VAN DE BRANDER
Op het gegevensplaatje van het product zijn het registratienummer, het model en de belangrijkste technische ge-
gevens weergegeven. Als het gegevensplaatje geschonden of verwijderd is, kan het product niet met zekerheid
geïdentificeerd worden en zijn de installatie ervan en het onderhoud eraan moeilijk en/of gevaarlijk.
7.2
FUNDAMENTELE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Het apparaat mag niet door kinderen of onervaren personen gebruikt worden.
Het is ten strengste verboden met doeken, papier of iets dergelijks de ventilatieroosters of de ventilatie-
opening van de ruimte waar het apparaat geïnstalleerd is, dicht te maken.
Pogingen tot reparatie van het apparaat door onbevoegd personeel, zijn verboden.
Het is gevaarlijk aan elektriciteitskabels te trekken of te draaien.
Het is verboden het apparaat hoe dan ook schoon te maken zonder eerst het apparaat van het elektrici-
teitsnet los te hebben geschakeld.
Maak noch de brander, noch onderdelen van de brander schoon met licht ontvlambare stoffen (bijv. ben-
zine, alcohol, enz.). De kap mag alleen met water en zeep schoon gemaakt worden.
Zet geen voorwerpen op de brander.
Stop de ventilatie-openingen van de ruimte waar de ketel geïnstalleerd is niet dicht en maak ze niet kleiner.
Laat geen reservoirs en ontvlambare stoffen in de ruimte waar het apparaat geïnstalleerd is.
3033
MOGELIJKE OORZAAK
Sonde aan massa.
Vlam dooft 4 maal.
Luchtdrukschakelaar open.
Gasdrukschakelaar open.
Controleer of hij goed geplaatst is en
eventueel corrigeren volgens hetgeen
in deze handleiding voorgeschreven is.
Maak de ionisatiesonde schoon of ver-
vang hem.
Controleer de druk in de gasleiding en/
of stel de elektromagnetische klep bij
zoals aangegeven in deze handleiding.
Luchtdruk te laag (kop niet goed afge-
steld).
Luchtdrukschakelaar defect: vervan-
gen.
Controleer de druk in de leiding en/of
stel de elektromagnetische klep bij
zoals aangegeven in deze handleiding.
15 NL
OPLOSSING