Dexxo Pro io
4.7 Programmeren van de Keygo afstandsbedieningen
- Fig. 23 t/m 24
Elke bedieningstoets wordt afzonderlijk geprogrammeerd.
Wissen van de Keygo afstandsbedieningen.
- Programmeren vanaf een motor Dexxo Pro.
- Programmeren door het kopiëren van een KeyGo io afstandsbediening
die al geprogrammeerd is.
> Programmeren vanaf een motor Dexxo Pro (Fig. 23)
[1].
[2]. Druk tegelijkertijd op de toetsen rechtsbuiten en linksbuiten van de
afstandsbediening.
De LED van de afstandsbediening knippert.
[3]. Druk kort op de gekozen toets om de motor Dexxo Pro aan te sturen.
De lamp van de motor Dexxo Pro knippert gedurende 5 seconden.
> Programmeren door het kopiëren van een KeyGo io
afstandsbediening die al geprogrammeerd is (Fig. 24)
afstandsbedieningstoets.
[1]. Druk tegelijkertijd op de toetsen rechtsbuiten en linksbuiten van de
afstandsbediening die al geprogrammeerd is (A) tot de groene LED
oplicht.
[2]. Druk 2 seconden op de te kopiëren toets van de afstandsbediening die al
geprogrammeerd is (A).
[3]. Druk kort en tegelijkertijd op de toetsen rechtsbuiten en linksbuiten van de
nieuwe afstandsbediening (B).
[4]. Druk kort op de gekozen toets om de motor Dexxo Pro aan te sturen op
de nieuwe afstandsbediening (B).
In dit stadium van de installatieprocedure is de Dexxo Pro motor klaar
voor gebruik.
5 - WERKINGSTEST
5.1 Gebruik van de Keytis afstandsbedieningen Fig. 25
5.2 Gebruik van de Keygo afstandsbedieningen Fig. 26
5.3 Werking van de obstakeldetectie - Fig. 27 t/m 28
Bij het detecteren van een obstakel tijdens het opengaan stopt de deur
onmiddellijk (Fig. 27).
Bij het detecteren van een obstakel tijdens het sluiten gaat de deur onmiddellijk
weer open (Fig. 28).
Controleer of de obstakeldetectie goed werkt als de deur op een 50 mm hoog
obstakel stuit dat op de vloer geplaatst is.
5.4 Informatie van de gebruikers
Informeer altijd alle gebruikers over het veilig gebruiken van deze deur
(standaard gebruik en ontgrendelingsprincipe) en over de verplichte periodieke
controles.
Copyright © 2015 SOMFY ACTIVITES SA. All rights reserved
5.5 Werking van de geïntegreerde verlichting
De verlichting brandt telkens de motor geactiveerd wordt. De verlichting gaat
automatisch 1 minuut na het einde van de beweging uit. Deze wachttijd kan
worden aangepast (zie het hoofdstuk Programmeren). Bij snel achter elkaar
gebruiken blijft de lamp continu branden. In dat geval kan het gebeuren dat de
lamp automatisch uitgeschakeld wordt door de oververhittingbeveiliging.
6 - AANSLUITEN VAN DE
RANDAPPARATUUR
6.1 Beschrijving van de Randapparatuur - Fig. 29
Nr.
Omschrijving
1
Oranje lamp
2
Buitenverlichting
Codeklavier
4
Sleutelschakelaar
5
Antenne
7
Loopdeurbeveiliging
8
Fotocellen
10
Onderdorpelbeveiliging
6.2 Randapparatuur op de voeding aansluiten - Fig. 29
t/m 38
Schakel de elektrische voeding van de motor uit voordat u welke handeling dan
ook uitvoert op de perifere apparatuur. Als het display na het uitvoeren van de
handelingen uit blijft moet u de bedrading controleren (er is mogelijk sprake van
kortsluiting of een omkering van de polariteit).
> Elektrisch schema van de installatie (Fig. 29)
> Fotocellen (Fig. 30)
A:
B :
Bij deze manier van aansluiten wordt de goede werking van de
fotocellen getest bij elke beweging van de deur.
Als de werkingstest negatief is kan de deur niet bewegen.
> Reflex fotocel (Fig. 31)
Bij deze manier van aansluiten wordt de goede werking van de fotocel getest
bij elke beweging van de deur.
Als de werkingstest negatief is kan de deur niet bewegen.
> Onderdorpelbeveiliging (Fig. 32)
Bij deze manier van aansluiten wordt de goede werking van de sensorbalk
getest bij elke beweging van de deur.
Als de werkingstest negatief is kan de deur niet bewegen.
"P2" = 2.
"P2" = 1.
"P2" = 1.
"P2" = 1.
8