Carburatorkoppeling
Na de verwijdering resp. vóór het aanbrengen van het luchtfilter is visuele controle van de carburatordoorlaat mogelijk.
Stationaire stand (max. 0,7mm open carburatordoorlaat) indien nodig aan de stationairschroef (smooraanslagschroef) bijstellen.
De stationair-instelschroef is de kleine schroef op de tegenoverliggende zijde van de carburatorschuif.
De gas/remstangen hebben het volgende effect:
Volgas
(A):
carburatorschuif helemaal uitgetrokken, rem werkt niet
Stationair (B):
carburatorschuif helemaal in, stelringen aan de remhendels liggen losjes.
Remmen (C):
gasstang duwt tegen de veerweerstand, remstangen duwen naar voren tegen de helemaal uitgedraaide remhendels.
Functiecontrole van de gas/remservo
• Beweeg de afstandsbedieningshendel (kanaal 2) naar achteren (volgas). De carburatorschuif moet nu volledig uit zijn en de carburatordoorlaat maximaal
geopend. De remmen hebben geen effect.
• Als de carburateurschuif niet eruit gaat als u de afstandsbedieningshendel beweegt, moet u de Servo Reverse schakelaar voor kanaal 2 op "REV" zetten om
de draairichting van de servo om te draaien.
• Als de carburatorschuif niet volledig uit gaat, moet u de servoweg corrigeren met de trimregelaar (kanaal 2) van de afstandsbediening.
• Laat de afstandsbedieningshendel los.
De carburatorschuif moet nu naar stationair terugkeren (carburatordoorlaat ca. 1 mm geopend).
De rem heeft nog steeds geen effect.
• Duw de afstandsbedieningshendel helemaal naar voren (remmen).
De carburatorschuif moet nu in stationair blijven (carburatordoorlaat ca. 1 mm geopend).
De servohevel aan de carburatorkoppeling trekt tegen een veerweerstand, de servohevel aan de remkoppeling beweegt de remhendel.
• Laat de afstandsbedieningshendel weer los; de remmen moeten nu weer lossen.
• U kunt de remkoppeling instellen door de stelringen aan de koppelingshendel zo nodig te verschuiven.
104
A
B
C