Voorbereiding
a) Basisinstelling
- Controleer de contacten van de BNC-bussen op beschadiging resp. op
kortsluiting
- Zet de displayschakelaar op de positie F/G. De schakelaar bevindt zich
rechts onder op de functiegenerator.
- Zet de functieschakelaar (Function) op sinusfunctie
- Zet de frequentiekeuzeschakelaar „FREQUENCY" op 1 kHz
- Zet de frequentie-instelknop (schaalverdeling) op de positie 1.0
- Druk op alle stelknoppen als AMP, OFFSET, SYM, SWEEP (WIDTH en
RATE), tot ze allemaal 'ingeklikt' zijn.
- Zet de uitgangsimpedantie op de gewenste waarde (50 of 600 Ohm)
- Als u frequentie wilt meten, moet u letten op punt c) van de functie-
generatorhandleiding.
b) Vormen van de uitgangscurven
De generator is in staat drie standaard-basiscurvevormen SINUS,
RECHTHOEK en DRIEHOEK te leveren. Druk hiertoe op een van de scha-
kelaars onder FUNCTION:
c) Frequentiebereik
Druk op een van de zeven toetsen onder FREQUENCY, om het
gevraagde frequentiebereik in te stellen. De te kiezen bereiken kunt
u uit onderstaande tabe halen:
Schakelaarpositie
Frequentiebereik
x 10
ca. 1 Hz tot 10 Hz
x 100
ca. 10 Hz (2 Hz) tot 100 Hz
x 1k
ca. 100 Hz (10 Hz) tot 1 kHz
x 10k
ca. 1 kHz (100 Hz) tot 10 kHz
158
: sinuscurve
: rechthoek
: driehoek
x 100k
ca. 10 kHz (10 kHz) tot 100 kHz
x 1M
ca. 100 kHz (10 kHz) tot 1 MHz
x 10M
ca. 1 MHz (110 kHz) tot 10 MHz
Aanwijzing!
De waarden tussen haakjes worden bereikt als de frequentiestelknop
praktisch tegen de linker aanslag staat. Ze zijn afhankelijk van de uit-
gangsamplitude en van de aangesloten belasting aan de generatoruit-
gang.
- Stel op de frequentieteller de schakelaar Hi/Lo op Lo en de Gatetijd op
1 s (onderste LED-regel, middelste LED).
- Schakel de displayschakelaar (rechts onder op de FG) in de positie F/G,
als dat nog niet gebeurd is.
- Op het LED-display kunt u nu de frequentie van de generator aflezen.
d) Voltage controlled Frequency VCF = spanningsgestuurde frequentie-
beïnvloeding
- De uitgangsfrequentie van de generator kan veranderd worden door
het aanwezig zijn van een externe spanning aan de VDF-ingang
(BNC).
- Bij een ingangsspanning tussen 0 en 10 VDC kan de uitgangsfre-
quentie tot 1:20 veranderd worden, afhankelijk van de positie van de
frequentiebereikstoets.
- Om met de VCF-functie te kunnen werken, is het noodzakelijk de fre-
quentiestelknop (schaalverdeling) tegen de linker aanslag (twee deel-
streepjes rechts naast „0,1" te zetten en de externe gelijkspanning
met de VCF-bus (BNC) te verbinden (let op de polariteit „+" binnen).
e) Instelling van de uitgangsamplitude (hoogte van de uitgangsspan-
ning)
- De hoogte van de uitgangsspanning bij open uitgang bedraagt 20 Vss
Aan 50 Ohm resp. aan 600 Ohm kan de uitgangsspanning tot ca. de
helft, dus 10 Vss gehalveerd worden.
- De amplitude van de uitgangsspanning wordt ingesteld met de snel-
knop AMP.
159