Gebruik voor het laden geschikte
hulpmiddelen (takel of laadhelling).
Maak het apparaat en de erbij
getransporteerde apparatuur
(bijv. grasopvangbox) met geschikte
bevestigingsmaterialen (gordels, kabels,
enz.) vast aan het laadoppervlak.
Maaimes bij het optillen en dragen niet
aanraken.
Raadpleeg de informatie in het hoofdstuk
"Transport". Daar wordt beschreven hoe
het apparaat op te tillen of vast te sjorren
is. (
15.)
Houd u bij het transport van het apparaat
aan de plaatselijke voorschriften, met
name wat betreft de laadveiligheid en het
transport van voorwerpen op
laadoppervlakken.
Accu niet in de auto laten liggen en
ongebruikte accu beschermen tegen
direct zonlicht.
Lithium-ionaccu's moeten bij het transport
met de grootste zorg worden behandeld.
Let met name op het voorkomen van
kortsluiting. Vervoer de accu in de intacte
originele verpakking of in een geschikte
niet-metalen transportbak.
5.6 Vóór het werken
Het moet duidelijk zijn, dat er alleen
personen met het apparaat werken die de
gebruiksaanwijzing kennen.
Controleer het brandstofsysteem vóór
ingebruikname van het apparaat op
lekkage, met name de zichtbare
onderdelen, zoals bijv. tank, tankdop,
slangverbindingen. Verbrandingsmotor bij
lekkage of schade niet starten –
100
Brandgevaar!
Apparaat vóór ingebruikname door
vakhandelaar laten repareren.
Neem de gemeentelijk voorgeschreven
tijden voor het gebruik van tuinapparatuur
met verbrandingsmotor of elektromotor in
acht.
Controleer het complete terrein waarop de
machine wordt gebruikt en verwijder alle
stenen, stokken, kabels, botten en andere
voorwerpen die door de machine omhoog
kunnen worden geslingerd. Hindernissen
(bijv. boomstronken, wortels) kunnen in
het hoge gras eenvoudig over het hoofd
worden gezien.
Markeer daarom vóór het maaien alle in
het gazon verborgen vreemde voorwerpen
(hindernissen) die niet verwijderd kunnen
worden.
Vervang voordat u het apparaat gebruikt
defecte en alle andere versleten en
beschadigde delen. Onleesbare of
beschadigde waarschuwingsaanwijzingen
op het apparaat moeten worden
vervangen. Stickers en alle verdere
vervangingsonderdelen zijn verkrijgbaar
bij uw VIKING vakhandelaar.
Voor het gebruik van het apparaat dient
men te controleren of de bougiestekker
goed vastzit op de bougie.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt
als het in goede staat verkeert. Controleer
vóór elk gebruik:
– of het apparaat volgens de
voorschriften is gemonteerd.
– of het snijgereedschap en de complete
snij-eenheid (maaimes,
bevestigingselementen,
maaiwerkbehuizing) in onberispelijke
staat zijn. Er moet vooral worden
gecontroleerd op veilige montage,
beschadigingen (kerven of scheuren)
alsook slijtage. (
14.4)
– of de tankdop goed vastgeschroefd is.
– of de tank en de brandstofvervoerende
delen en de tankdop in onberispelijke
staat zijn.
– of de veiligheidsvoorzieningen (bijv.
motorstopbeugel, uitwerpklep,
behuizing, duwstang,
beschermrooster) in onberispelijke
staat zijn en naar behoren functioneren.
– of de messenremkoppeling
(MB 545 VS) goed werkt. (
– of de accu (MB 545 VE) onbeschadigd
en niet vervormd is.
– of de grasopvangbox onbeschadigd en
volledig gemonteerd is; een
beschadigde grasopvangbox mag niet
worden gebruikt.
– of de olieafsluitschroef goed
opgeschroefd is.
Indien nodig de noodzakelijke
werkzaamheden uitvoeren of
toevertrouwen aan de vakhandelaar.
VIKING beveelt de VIKING vakhandelaar
aan.
5.7 Tijdens het werken
Werk nooit als er zich dieren of
personen, in het bijzonder
kinderen, binnen het gevaarlijke
gebied bevinden.
0478 111 9930 A - NL
13.1)