De wielaandrijving wordt uitgeschakeld en
de grasmaaier blijft staan. De
verbrandingsmotor en het mes blijven
draaien.
12. Onderhoud
Kans op letsel!
Voordat u aan onderhouds-- of
reinigingswerkzaamheden aan het
apparaat begint, dient u het
hoofdstuk ¨Voor uw veiligheid¨
(
4.), in het bijzonder de
paragraaf ¨Onderhoud en
reparaties¨ (
4.7), zorgvuldig te
lezen en alle veiligheidsinstructies
op te volgen.
Voor alle onderhoud- en
reinigingswerkzaamhede
n het apparaat laten
afkoelen en de
bougiestekker eruit trekken!
Jaarlijks onderhoud door de
vakhandelaar:
De grasmaaier moet elk jaar door een
vakhandelaar worden geïnspecteerd.
STIHL beveelt hiervoor de STIHL
vakhandelaar aan.
12.1 Apparaat reinigen
Onderhoudsinterval:
na elk gebruik.
Gevaar voor letsel!
Verbrandingsmotor uitschakelen,
apparaat laten afkoelen en
bougiestekker lostrekken.
86
Apparaat in stand voor reiniging en
onderhoud zetten
Grasmaaier alleen in de
beschreven stand reinigen. Zo
kunnen geen brandstof en geen
motorolie eruit stromen.
● Vóór het reinigen controleren of de
tankdop en de oliedop goed erop
geschroefd zijn.
● Hendel van
snijhoogteverstelling in de
hoogste stand (1) zetten.
(
8.5)
● Schroefverbinding
duwstang of snelspanner (2) losmaken
en bovenstuk duwstang (3) naar
achteren wegleggen.
● Apparaat vooraan en zoals afgebeeld in
de stand voor reiniging en onderhoud
zetten.
● Haal eerst de aangekoekte resten gras
in de behuizing met een houten staaf
los.
● Reinig het gehele apparaat, met name
ook het maaimes en de
verbrandingsmotor, met iets water, met
een borstel of met een doek. Richt de
waterstraal nooit (hogedrukreinigers)
op onderdelen van de
verbrandingsmotor en lagers en
gebruik nooit agressieve
reinigingsmiddelen.
18
12.2 Slijtage van de messen
controleren
Gevaar voor letsel!
Afhankelijk van de toepassing en
de gebruiksduur zijn de messen in
meer of mindere mate
slijtagegevoelig. Als u het apparaat
op een zandige ondergrond in
droge omstandigheden gebruikt,
slijt het mes door een sterkere
belasting sneller dan gemiddeld.
Een versleten mes kan afbreken en
ernstig letsel veroorzaken. Neem
daarom de onderhoudsinstructies
voor het mes altijd in acht.
Onderhoudsinterval:
voor elk gebruik.
Controleren
● Apparaat in de stand voor reiniging en
onderhoud zetten. (
12.1)
● Mes (1) reinigen.
● Dikte van het mes (A) op meerdere
punten met een schuifmaat (2)
nameten.
● Slijtage (B) nameten. Leg een liniaal (3)
zoals afgebeeld tegen de voorste
mesrand.
Slijtagegrenzen
Dikte van het mes (A):
> 2,5 mm
Slijtage (B):
< 5 mm
Vervang het mes als de meetwaarden op
sommige of meerdere punten worden
bereikt of buiten de toegestane grenzen
liggen.
0478 111 9943 A - NL
19