1
3
6
8
1
3
2
4
4
5
1
2
3
1
5
2
3
4
4
5
2
7
3
9
5
3
3
10
11
3
3
3
3
3
3
12
13
3
3
3
3
12
13
Draadspanning (3 draden)
Juiste spanning
De afbeelding links geeft naairesultaten weer waarbij
de draadspanning juist is ingesteld. Het kan echter
nodig zijn de draadspanning aan te passen,
afhankelijk van het soort stof en garen dat u gebruikt.
1 Achterkant van de stof
2 Voorkant van de stof
3 Rechter- of linkerbovendraad
4 Bovengrijperdraad
5 Ondergrijperdraad
Draadspanning aanpassen
* Stel alle drie draadspanningsknoppen in op '3'.
Naai vervolgens enkele steken en controleer de
spanningsbalans.
Wanneer de spanningsbalans op het proeflapje
niet naar behoren is, kunt u de draadspanning
aanpassen met de draadspanningsknop.
6 Draadspanningsknop
7 Instellingsmarkering
8 Verlagen
9 Verhogen
De spanning van de bovendraad is te laag
De afbeelding geeft naairesultaten weer waarbij de
spanning van de bovendraad te laag is.
Oplossing:
Verhoog de spanning van de bovendraad.
10 Draadspanningsknop linkerbovendraad
11 Draadspanningsknop rechterbovendraad
De spanning van de grijperdraad is niet in balans (1)
De afbeelding geeft naairesultaten weer waarbij de
spanning van de ondergrijperdraad te hoog is en/of
de spanning van de bovengrijperdraad te laag is.
Oplossing:
Verlaag de spanning van de ondergrijperdraad en/of
verhoog de spanning van de bovengrijperdraad.
12 Draadspanningsknop bovengrijper
13 Draadspanningsknop ondergrijper
De spanning van de grijperdraad is niet in balans (2)
De afbeelding geeft naairesultaten weer waarbij de
spanning van de bovengrijperdraad te hoog is en/of
de spanning van de ondergrijperdraad te laag is.
Oplossing:
Verlaag de spanning van de bovengrijperdraad en/of
verhoog de spanning van de ondergrijperdraad.
12 Draadspanningsknop bovengrijper
13 Draadspanningsknop ondergrijper
58