8. Afbeelding A: druk het roerhulp-
stuk 4/6/7 iets omhoog en draai het
tegen de wijzers van de klok in tot aan
de aanslag.
Ingrediënten toevoegen
• U kunt de roerkom 5 met de ingrediën-
ten vullen, terwijl de aandrijfarm 12
omhoog is geklapt.
• Tijdens het roeren kunt u ingrediënten
via de vulopening 10 in de spatbe-
scherming 11 toevoegen:
- Verlaag de snelheid naar 1 - 2.
- Voeg de ingrediënten toe.
Aandrijfarm neerlaten
GEVAAR voor handletsel door
beknellen!
Grijp nooit tussen de aandrijfarm 12 en
de behuizing. Bij het omlaag klappen
bestaat gevaar voor verwondingen
door beknellen.
9. Druk op de ontgrendelingsknop 1 en
verplaats de aandrijfarm 12 volledig
naar onderen. De ontgrendelings-
knop 1 springt er weer uit.
Het apparaat is nu gemonteerd. Om met het
apparaat te werken: zie "Basisbediening"
op pagina 47.
8. Basisbediening
8.1 Stroomvoorziening
GEVAAR voor een elektrische
schok!
Sluit de stekker 3 alleen aan op een op
de juiste wijze geïnstalleerd, gemakke-
lijk toegankelijk stopcontact, waarvan
de spanning overeenkomt met de gege-
vens op het typeplaatje. Het stopcontact
moet ook na het aansluiten gemakkelijk
toegankelijk blijven.
AANWIJZING: tijdens het eerste gebruik
kan er door verwarming van de motor een
lichte geur vrijkomen. Dat vormt geen ge-
vaar. Zorg voor voldoende ventilatie.
1. Zet het apparaat in elkaar voor de ge-
wenste werking.
2. Controleer of de snelheidsregelaar 2 op
0 (uitgeschakeld) staat.
3. Steek de stekker 3 in een geschikt stop-
contact. Het stopcontact moet ook na
het aansluiten altijd goed toegankelijk
zijn.
4. Trek de stekker 3 uit het stopcontact,
voordat u het apparaat reinigt.
8.2 Beveiligingsfuncties
Het apparaat beschikt over verschillende
beveiligingsfuncties die hierna worden be-
schreven.
Werking bij een neergelaten
aandrijfarm
Het apparaat werkt alleen wanneer de aan-
drijfarm 12 correct in de onderste positie is
vergrendeld en de ontgrendelingsknop 1 er
volledig is uitgesprongen.
47
NL