NL
BE
• Activeer de functiekeuzeschakelaar en-
kel als het apparaat stilstaat.
• Gebruik voor hamerboren en beitelen
altijd de draairichting rechtsom ⭮ .
Ontgrendel de functiekeuzeschakelaar
(6) door op de vergrendelingsknop (5) te
drukken.
Draai de functiekeuzeschakelaar (6) zo,
dat het gewenste symbool op de pijlmar-
kering inklikt.
Functie
Pictogram
Boren (slagwerk
UIT)
Klopboor (slag-
werk AAN)
Afstelling beitelpo-
sitie
Beitelen
Beitelpositie afstellen
1. Zet de functiekeuzeschakelaar (6) op
het pictogram
.
2. Draai het inzetgereedschap in de ge-
reedschapshouder SDS-Plus (1) naar
de gewenste positie.
3. Selecteer om te beitelen met de functie-
keuzeschakelaar (6) het pictogram
Toerental vooraf instellen
Met de toerentaltoets (17) kunt u tussen
toerentalniveaus kiezen.
Het verband tussen het getal 1 2 op de
indicator (niveau) (16) en het toerental/
aantal slagen per minuut wordt in de vol-
gende tabel weergegeven.
niveau Stationair
toerental
1
0-660 min
2
0-950 min
76
.
Slaggetal
−1
−1
0-3265 min
−1
−1
0-4700 min
Accu plaatsen en
verwijderen
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel door onbedoeld aanlopen van het
apparaat. Plaats de accu pas in het appa-
raat wanneer het volledig gebruiksklaar is.
AANWIJZING! Beschadigingsgevaar!
Verkeerde accu kan apparaat en accu be-
schadigen.
Accu plaatsen
1. Schuif de accu (15) langs de gelei-
dingsrail in de accu-houder (11).
De accu klikt hoorbaar vast.
Accu verwijderen
1. Druk op de accuontgrendeling (12)
aan de accu (15) en houd ze inge-
drukt.
2. Trek de accu uit de accu-houder (11).
In- en uitschakelen
WAARSCHUWING! Risico op let-
sel door onbedoeld continu gebruik van
het apparaat. Controleer, voordat u de
accu's in het apparaat plaatst, of de aan/
uit-schakelaar (7) goed werkt en bij het
loslaten weer in de uit-stand komt.
Inschakelen
1. Plaats de accu (15) in het apparaat.
2. Kies met de draairichtingsschakelaar
(8) een draairichting.
3. Druk en houd de aan-/uitschakelaar in-
gedrukt (7).
De led-werklamp (18) licht op.
Uitschakelen
1. Laat de aan-/uitschakelaar (7) los.
2. Wacht tot het elektrische werktuig tot
stilstand is gekomen alvorens het weg
te leggen.
3. Tijdens werkpauzes: Zet de draairich-
tingsschakelaar (8) in het midden. De-
ze voorzorgsmaatregel voorkomt een