Télécharger Imprimer la page

IKAR ABS 3a WHPL Mode D'emploi page 51

Publicité

reddingsapparaat kan uitsluitend door middel van verankeringen van de EN 354, EN 795 Kl. B, of EN 358 / ANSI/ASSE Z359.4
op een zodanige manier met het bevestigingspunt verbonden worden dat het afdalen niet gehinderd wordt. Houd u aan de
gebruiksaanwijzingen van de gebruikte verankeringen!
15. In Duitsland moet een bevestigingspunt op een bestaande constructie een draagkracht van minimaal 9 kN hebben, conform de
geldende technische bouwvoorschriften.
16. Alle personen die aan de reddingsactie deelnemen, dienen zelf een valbeveiligingsuitrusting te dragen en dienen voortdurend
met het slachtoffer in contact te staan (bijv. door direct of indirect zicht of via radiocontact). Wanneer men met eigen valbeveiliging
omlaag gaat, dient rekening gehouden te worden met de vereisten voor de bevestigingsvoorzieningen conform de geldende
technische voorschriften. Binnen het toepassingsgebied van de ANSI/ASSE-richtlijnen dient men zich met betrekking tot
de valbeveiliging te houden aan de vereisten voor de valbeveiliging conform ANSI/ASSE Z359.1 (22,2 kN) en dient de
reddingsapparatuur onafhankelijk van het bevestigingspunt te zijn.
17. Het afdaal- en reddingsapparaat type ABS 3a W / WH / WHPL / WHSL is een zelfstandig werkend reddingsapparaat.
Als de automatische rem in werking wordt gezet, ontstaat er door wrijving warmte. Onderdelen van het apparaat die tijdens het
afdalen door de gebruiker moeten worden aangeraakt, worden niet warmer dan 48° C. Andere onderdelen worden aanzienlijk
warmer (Afbeelding 10). Om verbranding bij het aanraken te voorkomen, dient men geschikte beschermende kleding te dragen
(Afbeelding 11).
18. Het is noodzakelijk dat bij het afdalen de controle wordt behouden, want raakt men de controle over het apparaat kwijt, is die vaak
heel lastig weer terug te krijgen.
19. Bij afdalen boven gevaarlijke stoffen, obstakels, constructies waar netspanning op staat, of beweeglijke machines dient de
correcte veilige afstand aangehouden te worden (Afbeelding 12).
20. De reddingslijn wordt met een verbindingselement aan het daarvoor bestemde oog van het harnas van het slachtoffer
vastgemaakt (Afbeelding 13). Vermijd een slappe lijn tussen de persoon en het bevestigingspunt. Er mag uitsluitend gebruik
worden gemaakt van lichaamsharnassen conform EN 361 / ANSI/ASSE Z359.1 of reddingsharnassen conform EN 1497 / ANSI/
ASSE Z359.4. Houd u aan de gebruiksaanwijzing van het harnas.
21. Weersinvloeden zoals harde wind en technische omstandigheden zoals het gewicht van de los hangende, inlopende lijn kunnen
een negatieve invloed hebben op het afdalen.
Gebruik
22.
Bij de ABS 3a WH / WHPL / WHSL: voer een keuring uit conform Punt 4 (Afbeelding 14). Bevestig het reddingsapparaat met
een verbindingselement aan het bevestigingspunt. Het verbindingselement van de uitlopende lijn wordt aan de D-ring of aan
het opvangoog van het harnas van het slachtoffer vastgemaakt. Til het slachtoffer met behulp van het takelsysteem omhoog tot
de valbeveiliging niet meer onder spanning staat. Zet hierbij de teruglooprem met behulp van de borgbout op ‚Hijsen'. Daarna
wordt het slachtoffer omhoog getild door aan de handlier te draaien in de richting ‚Hijsen', totdat de valbeveiliging niet meer
onder spanning staat. Daarna wordt de bij het ongeval betrokken persoon in de hefrichting opgehesen door bedienen van de
stuurinrichting (handwiel/ratelhendel) tot de valbeveiliging ontlast is.
Er kan maximaal 140 kg / 200 kg, ANSI 282 kg, en minimaal 50 kg worden getild. De maximale takelhoogte is 200 m. Maak de
valbeveiliging los van het slachtoffer en daarna kan begonnen worden met de afdaling. Draai de handlier in de richting ‚Hijsen',
totdat de teruglooprem niet meer onder spanning staat. Duw de borgbout naar ‚Vrijloop'. De stuurinrichting vasthouden. De
schakelpennen in de stand ‚Vrijloop' drukken. Nu de kracht op de kabel overbrengen en de stuurinrichting ontlasten. Begin
langzaam de afdaling. Het apparaat kan worden afgeremd door gebruik van de handlier te maken, of door de omhoog lopende
lijn vast te houden. Door de omhoog lopende lijn over de haken en het afrolsysteem van het reddingsapparaat te laten lopen,
kan meer houdkracht tijdens de afdaling worden bereikt. De route omlaag dient vrij van obstakels te zijn. De lijn dient soepel het
apparaat in lopen.
23. Evacuatie van een persoon met de ABS 3a W: voer een keuring uit conform Punt 4. De gebruiker maakt het
verbindingselement van de uitlopende lijn bij voorkeur loodrecht boven het hoofd aan een bevestigingspunt vast. Het
verbindingselement van het reddingsapparaat wordt bevestigd aan de D-ring of aan het ophangoog van het harnas (houd u
aan de gebruiksaanwijzing van het harnas) (Afbeelding 15). Trek de lijn strak en gooi de touwzak omlaag (zonder iemand te
hinderen), of neem hem mee aan het harnas. Leg de inlopende lijn om het knikpunt en houd hem vast. Zorg ervoor dat alle
verbindingselementen vergrendeld zijn. De gebruiker neemt de afdaalpositie in. Ontkoppel de valbeveiliging en begin langzaam
omlaag te dalen (open uw hand, totdat de lijn begint te lopen.
Let op: draag altijd geschikte handschoenen, anders kunt u zich verbranden!). Let erop dat de lijn soepel uit de zak het apparaat
in loopt. Als u de lijn volledig loslaat, zal het apparaat automatisch remmen. De afdaalsnelheid bedraagt ca. 1,5 m/s.
24.
Evacuatie van meerdere personen met de ABS 3a W: voer een keuring uit conform Punt 4. Bevestig het apparaat bij voorkeur
loodrecht boven de gebruiker en bevestig het verbindingselement van de uitlopende lijn aan de D-ring of aan het ophangoog van
het harnas (houd u aan de gebruiksaanwijzing van het harnas). Trek de lijn strak en gooi de touwzak omlaag (zonder iemand
te hinderen), of neem hem mee aan het harnas. Let erop dat de lijn soepel uit de zak het apparaat in loopt. Wanneer de eerste
persoon de grond heeft bereikt, wordt de reddingslijn uit het oog aan het harnas gehaald. De lijn die in tegengestelde richting
loopt, wordt nu de reddingslijn en het proces wordt herhaald. U hoeft het apparaat niet opnieuw in te stellen.
25. Redding door meevoeren van het apparaat: soms kan het noodzakelijk zijn dat de hulpverlener moet afdalen naar het
slachtoffer (Afbeeldingen 15 + 16). In een dergelijk geval bevestigt de hulpverlener het afdaal- en reddingsapparaat type ABS
3a W&WH door middel van een verbindingselement aan de borstlus van zijn of haar zitharnas EN 361 en EN 813, ANSI/ASSE
Z359.1. Het verbindingselement van de uitlopende lijn wordt bevestigd aan een geschikt bevestigingspunt. De touwzak wordt
NEDERLANDS
51
10
11
12
13
EN
ANSI
1497
ASSE
361
Z359.1
Z359.4
14
15
16

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

Abs 3a wh speed liftAbs 3a whAbs 3a wh power liftAbs 3a whslAbs 3a w