Nederlands
7
Onderhoud
7.1
Onderhoudsintervallen
Onderhoudsintervallen zijn afhankelijk van de
omgevings- en werkomstandigheden. STIHL
adviseert de volgende onderhoudsintervallen:
Vóór elk gebruik:
► Oliepeil controleren,
► Luchtfilter controleren,
Na de eerste maand of na 5 bedrijfsuren:
► Motorolie verversen,
Elke 3 maanden of na 25 bedrijfsuren:
► Luchtfilter reinigen,
Elke 12 maanden of na 100 bedrijfsuren:
► Motorolie verversen,
► Bougies controleren,
► Luchtfilter vervangen,
► Brandstoffilter vervangen. STIHL beveelt hier‐
voor de STIHL vakhandelaar aan.
► Oliefilter vervangen. STIHL beveelt hiervoor
de STIHL vakhandelaar aan.
► Een inspectie door een vakhandelaar laten uit‐
voeren. STIHL beveelt hiervoor de STIHL vak‐
handelaar aan.
Elke 24 maanden of na 200 bedrijfsuren:
► Klepspeling controleren. STIHL beveelt hier‐
voor de STIHL vakhandelaar aan.
► Controleer de brandstofslangen en vervang ze
indien nodig. STIHL beveelt hiervoor de STIHL
vakhandelaar aan.
Na 300 uren gebruikstijd:
► Bougie vervangen,
► Verbrandingskamer reinigen. STIHL beveelt
hiervoor de STIHL vakhandelaar aan.
7.2
Motoroliepeil controleren
► Plaats het STIHL apparaat op een vlakke
ondergrond.
► Schakel de motor uit.
► Schroef de oliepeilstok (1) eruit en reinig deze
met een doek.
► Steek de oliepeilstok (1) in de olievulopening,
maar schroef deze er niet in.
92
7.2.
7.3.
7.6.
7.4.
7.6.
7.5.
7.3.
7.5.
► Trek de oliepeilstok er weer uit en lees het
oliepeil op de meetschaal (2) af. Vul zo nodig
motorolie bij met een geschikte trechter, totdat
het maximale oliepeil (3) bereikt is,
► Schroef de oliepeilstok (1) erin.
7.3
Luchtfilter vervangen
► Schakel de motor uit.
► Plaats het STIHL apparaat op een vlakke
ondergrond.
► Reinig het deksel en de behuizing van het
luchtfilter met een doek.
► Draai de draaiknoppen (1) los.
► Neem het deksel (2) weg.
► Neem het filterelement (3) weg.
► Neem het schuimstoffilter (4) van het papierfil‐
ter (5).
► Controleer het filterelement (3) en de filters (4,
5). Vervang onderdelen als er schade of ern‐
stige verontreiniging aan de filters te zien is.
► Dompel het nieuwe schuimstoffilter (4) vóór
het monteren in verse motorolie. Druk overtol‐
lige motorolie uit.
► Plaats het schuimstoffilter (4) op het papierfil‐
ter (5).
► Breng het filterelement (3) aan.
► Plaats het deksel (2) erop.
► Draai de draaiknoppen (1) vast.
7 Onderhoud
5.2.
0478-983-9914-B