- als de boomstam aan één kant hoger ligt, zoals
afgebeeld, zaagt u eerst 1/3 van de stamdiameter
vanaf de onderkant en vervolgens de rest vanaf de
bovenkant o b
- als de boomstam aan twee kanten wordt ondersteund,
zoals afgebeeld, zaagt u eerst 2/3 van de stamdiameter
vanaf de bovenkant en vervolgens 1/3 vanaf de
onderkant o c
- ga bij zaagwerkzaamheden op een helling altijd hoger
dan de boomstam staan
- verminder de aandrukkracht wanneer de stam
bijna is doorgezaagd en blijf de handgrepen van de
kettingzaag stevig vasthouden, zodat u tijdens het
moment van doorzagen de controle over de machine
behoudt
! let erop dat de zaagketting de grond niet raakt
- wacht na het doorzagen tot de zaagketting tot stilstand
is gekomen, voordat u de kettingzaag verwijdert
- schakel de motor van de kettingzaag altijd uit voordat u
naar een andere boom gaat
•
Vellen van bomen p
! met de kettingzaag mogen alleen bomen worden
geveld waarvan de stamdiameter kleiner is dan de
lengte van het zwaard
! scherm de werkomgeving af; let erop dat zich
geen personen of dieren ophouden in de buurt
waar de boom valt
! probeer nooit om een vastgeklemde zaag met
een lopende motor vrij te krijgen; gebruik houten
spieën om de zaagketting te bevrijden
! draag altijd een helm om beschermd te zijn tegen
vallende takken
VOORAFGAAND AAN VELLEN:
- als u met twee of meer personen tegelijkertijd zaagt
en velt, houd dan als afstand tussen de vellende en de
zagende personen minstens de dubbele hoogte aan
van de te vellen boom
- let er bij het vellen van bomen op, dat u andere
personen niet blootstelt aan gevaar, u geen leidingen
raakt en geen materiële schade veroorzaakt (als een
boom met een stroomleiding in aanraking komt, breng
dan direct de energiemaatschappij hiervan op de
hoogte)
- stel u als bediener van de kettingzaag, bij
zaagwerkzaamheden op een helling, boven de te vellen
boom op, omdat de boom na de val waarschijnlijk
bergaf zal rollen of glijden
- voor het vellen dient een vluchtweg te worden gepland
en wanneer nodig vrijgemaakt te worden (de vluchtweg
dient van de te verwachten vallijn schuin naar achteren
weg te leiden) p a
- houd voor het vellen rekening met de natuurlijke
helling van de boom, de plaats van grote takken en de
windrichting, om de valrichting van de boom te kunnen
beoordelen
- verwijder vuil, stenen, losse schors, spijkers, nieten en
draad van de boom
VELPROCEDURE:
- zaag haaks op de valrichting een kerf (1 - 2) met een
diepte van 1/3 van de boomdiameter p b
- zaag eerst de onderste horizontale inkeping (hierdoor
voorkomt u het vastklemmen van de kettingzaag of
van de geleidingsrails bij het zagen van de tweede
inkeping)
- zaag de inkeping (3) voor het vellen van de boom
minstens 50 mm boven de horizontale inkeping (zaag
de inkeping voor het vellen van de boom parallel aan
de horizontale inkeping) p b
- zaag de inkeping slechts zo diep in, dat er nog een
verbindingsstuk (valrand) blijft staan, dat als scharnier
kan werken (het verbindingsstuk verhindert, dat de
boom draait en in de verkeerde richting valt; zaag het
verbindingsstuk niet door)
- als de inkeping voor het vellen van de boom in de
buurt van het verbindingsstuk komt, moet de boom met
vallen beginnen
- als het erop lijkt, dat de boom mogelijkerwijs niet in de
gewenste richting valt of terugbuigt en de zaagketting
vastklemt, onderbreekt u het zagen van de inkeping
voor het vellen van de boom en gebruikt u een spie van
hout, kunststof of aluminium om de inkeping te openen
en om de boom in de gewenste valrichting te doen
omslaan p c
- als de boom begint te vallen, de kettingzaag uit de
inkeping verwijderen, de zaag uitschakelen, deze
neerleggen en het gevarenbereik verlaten via de
geplande vluchtroute (let op naar beneden vallende
takken en struikel niet)
•
Boom snoeien a
Snoeien is het afzagen van takken van een gevelde
boom
- laat grote, naar beneden gerichte takken eerst nog
staan wanneer u takken van de gevelde boom afzaagt
- zaag kleine takken in één keer af, zoals afgebeeld
- zaag onder spanning staande takken van onderen naar
boven om vastklemmen van de zaag te voorkomen
ONDERHOUD / SERVICE
•
Deze machine is niet bedoeld voor professioneel gebruik
•
Houd machine altijd schoon (met name de ventilatie-
openingen W 2 )
! verwijder vóór het reinigen de batterij uit de
machine
- reinig het kunststofhuis van de kettingzaag met behulp
van een zachte borstel en een schone doek (gebruik
geen water, oplosmiddel of polijstmiddel)
- demonteer na een gebruiksduur van 1 tot 3 uur de
afscherming, het zwaard en de ketting en reinig deze
met een borstel
- verwijder met een borstel en een schone doek al het
vastzittende materiaal onder de afscherming, het
kettingwiel en de zwaardbevestiging
- reinig de oliesproeier met een schone doek
•
Controleer de kettingzaag regelmatig op klaarblijkelijke
gebreken, zoals een losse, versleten of beschadigde
zaagketting, losse bevestiging of versleten of
beschadigde onderdelen
•
Noodzakelijke reparaties en onderhoudswerkzaamheden
moeten voor het gebruik van de kettingzaag worden
uitgevoerd
•
De werking van de automatische kettingsmering kan
gecontroleerd worden door de zaag in te schakelen en
deze met de punt vlakbij een stuk karton of papier op de
grond te houden
! raak de grond niet aan met de ketting (neem een
veiligheidsafstand van 20 cm in acht)
- wanneer hierbij een toenemend oliespoor zichtbaar
wordt, werkt de automatische smering correct
39