De waterslang is bestemd voor een waterdruk tot 10 bar. Wij adviseren u om de water-
toevoer na gebruik dicht te draaien, vooral wanneer uw huisaansluiting niet is voorzien
van een drukregelaar.
9.3. Water handmatig vullen
Voordat u water toevoegt, drukt u op de toets
te schakelen.
In de plaats van de watertoevoer via een waterkraan te regelen, kunt u het apparaat ook
handmatig met water vullen (zie afb. E).
Er moet water worden bijgevuld zodra geluidssignalen klinken.
Vul de maatbeker (6) met schoon leidingwater.
Verwijder het watertankdeksel (13).
Vul de watertank met het water (min./max. 5 liter). Let erop dat u het water langzaam
en voorzichtig in de vulopening giet, om morsen te voorkomen.
Zodra de watertank vol is, klinkt er een geluidssignaal.
Plaats het watertankdeksel.
9.4. Waterafvoer aansluiten
Sluit de afvoerslang met de aansluiting voor de waterafvoer (23) op de achterkant van
het apparaat aan en bevestig hem met een klem (zie afb. F).
U kunt de afvoerslang op verschillende manieren aansluiten:
− de slang met een speciale aansluiting aan de afvoerpijp verbinden;
− de slang in een afvoerpijp steken;
− of de slang in een wastafel/een reservoir steken.
9.4.1. Slang aansluiten op de sifon van de gootsteen
Sluit de afvoerslang aan op de sifon (voor wasmachines) van de afvoerpijp onder de
gootsteen (zie afb. G). Zorg voor voldoende verval van de afvoerslang. Het appa-
raat moet minstens 4 cm boven de afvoer worden geplaatst.
Bij de aansluiting op een sifon hebt u afhankelijk van de uitvoering van de si-
fon een adapterstuk nodig voor het aansluiten van de afvoerslang. Deze is in
de vakhandel verkrijgbaar.
(19) om de vaatwasser in
Nederlands - 157