Het rim-aandrijftandwiel controleren
De koppelingstrommel is voorzien van een rim-
aandrijftandwiel dat kan worden vervangen.
1. Controleer of het rim-aandrijftandwiel niet versleten
is. Vervang indien nodig.
2. Het rim-aandrijftandwiel moet vervangen worden
telkens wanneer u de zaagketting vervangt.
Het naaldlager smeren
1. Trek de terugslagbeveiliging naar achteren om de
kettingrem uit te schakelen.
2. Draai de zaagbladmoeren los en verwijder het
koppelingsdeksel.
Let op:
Sommige modellen hebben slechts één
zaagbladmoer.
3. Plaats het product op een stabiele ondergrond met
de koppelingstrommel naar boven gericht.
4. Smeer het naaldlager met een smeerpistool. Gebruik
motorolie of hoogwaardig lagervet.
2120 - 007 - 24.05.2024
Snijuitrusting controleren
1. Controleer op scheurtjes in klinknagels en schakels
en op losse schakels. Vervang indien nodig.
2. Controleer of de zaagketting eenvoudig te buigen is.
Vervang de zaagketting wanneer deze onbuigzaam
is.
3. Vergelijk de zaagketting met een nieuwe om te
bepalen of de klinknagels en schakels versleten zijn.
4. Vervang de zaagketting wanneer het langste deel
van de zaagtand kleiner dan 4 mm/0,16 inch is.
Vervang de zaagketting ook als er scheurtjes in de
zaagtanden zitten.
De geleider controleren
1. Controleer of het oliekanaal niet verstopt is. Reinig
indien nodig.
2. Controleer de randen van de geleider op bramen.
Verwijder bramen met een vijl.
3. Reinig de groef in het zaagblad.
59