_______________________________________NL_______
(De uitgaande watertemperatuur varieert tussen 38 ~ 60°C, de operationele
omgevingstemperatuur is tussen -20 ~ 43°C)
a)
Ontdooien door waterverwarming
Als de dampende stoom in een koude omgeving bij Economy Mode en Hybride Mode
bevriest, ontdooit het apparaat dit automatisch om een efficiënte werking te verzekeren
(3 ~ 10 min).
b)
Externe omgevingstemperatuur
De bedrijfstemperatuur van het toestel moet binnen het interval -20 ~ 43°C zijn. De
operationele temperaturen van de modi worden hieronder in detail beschreven.
3.4
Uitleg van werking waterverwarming
Economy Mode: -7~43°C bij voortdurend warmwaterbehoefte onder 300 l (60
1)
°C)
Deze modus wordt aanbevolen wanneer de externe milieu-temperatuur tussen -7 ~ 43 ° C
is. Als de externe omgevingstemperatuur onder de temperatuur van -7 ° C valt, wordt de
energie-efficiëntie laag, uiteraard is het dus aan te raden om de E-verwarmingsmodus onder
deze omstandigheden te gebruiken.
Hybrid Mode: -30~43°C
2)
3)
E-heater Mode: -30~43°C
In elk geval wordt alleen water in het bovenste gedeelte van de tank verhit, dit betekend.
ongeveer 100 l.
3.5
Modus selectie
Aangezien verschillende modi zijn ontwikkeld om verschillende behoeften te dienen, is het
raadzaam om het volgende te overwegen:
⋅ Economy Mode:-7~43°C,
In het geval van een continue warm water behoefte van minder dan 300 L
(60°C);
⋅ Hybrid Mode: -30~43°C,
In het geval van een continue warm water behoefte tussen de 300 L (60°C).
⋅ E--heater Mode: -30~43°C,
In het geval van een continue warm water behoefte minder dan 100 L
(60°C).
3.6
Constructiekenmerken
HB300 (C) warmtepompboiler is in wezen opgebouwd uit een bovenste deel
(Afbeelding 2.1.-1.) met warmtepompapparatuur en een onderste deel (Afbeelding 2.1.-2.)
met de opslagtank. De opslagtank is aan de binnenkant met een emailbedekking bedekt en van
buiten bedekt met een dikke polyurethane isolatielaag met een hoge efficiëntie. Deze is bedekt
met een plastic oppervlak. De pijp radiator, controle indicator, anode elektrische en magnesium
anode indicator op het afsluitdeksel zijn geplaatst op een horizontale as met het afsluitdeksel.
Het condensaat waterafvoerleiding bevindt zich in het achterste deel van de
cirkelvormige bovenste schotel. Het bedieningspaneel met beeldscherm zit in het voorste
gedeelte. Alle andere delen van het warmtepompcircuit liggen boven de opslagtank volgens
een nauwkeurig geplande volgorde, die een optimale werking, minder trillingen en weinig
lawaai produceert.
De volgende onderdelen zijn geplaatst onder een gemakkelijk toegankelijke, alsmede
voldoende geïsoleerd plastic bedekking: compressor, thermostatisch expansieventiel,
verdamper en ventilator die voor voldoende luchtstroom zorgt. Alle andere delen zijn
weergegeven in Afbeelding 2.1.-1.
___________________11