Controle op eventuele gaslekken
Deze handeling moet uitgevoerd worden onmiddellijk na de gasaansluiting en telkens wanneer het
apparaat na een periode van onbruik opnieuw aangesloten wordt.
Is de rubber leiding eenmaal aangesloten op de gastoevoer, handel dan als volgt:
1) Open de gasklep op de LPG-cilinder (of draai aan de afsluitkraan voor de methaantoevoer).
SCHAKEL DE BRANDERS NOG NIET IN.
2) Zoek, terwijl de gasdruk in de leiding aanwezig is, naar eventuele lekken door een zeepoplossing op
basis van water op de gasaansluitpunten aan te brengen. Bij eventuele lekken zullen zich luchtbellen
vormen ter hoogte van het gaslek. Spoel de leiding af met schoon water en droog hem af.
GEBRUIK GEEN VRIJE VLAMMEN OM NAAR LEKKEN TE ZOEKEN.
3) Sluit de gasklep van de cilinder (of de afsluitkraan van het methaan), verhelp het gaslek en herhaal de
test zoals bij punten 1 en 2 beschreven wordt.
Algemene opmerkingen met betrekking tot de gasaansluiting
Controleer dat het toestel precies voor het verdeelde gas voorbereid is. De aansluiting aan
de gasbuis moet volgens de regelen der kunst uitgevoerd worden, alsook volgens de
geldende normen die de installatie van een veiligheidskraan aan het uiteinde van de buis
voorschrijven. De leiding van de gasaansluiting van ½", met schroefdraad, bevindt zich
aan de achterkant op de linkerzijde van het apparaat.
Rubberen buigzame buizen met een maximum lengte van 1500 mm gebruiken:
• Verstoppingen of kneuzingen van de buizen vermijden;
• De buizen mogen nooit aan trek- of draaikrachten worden blootgesteld;
• Snijdende voorwerpen, scherpe punten enz. Vermijden;
• De buizen nooit in aanraking met bestanddelen laten komen, die hogere temperaturen
dan 70°C kunnen bereiken;
• De buizen langs de hele doorloop controleerbaar houden.
NL
Installatie
1/2"
169