Het apparaat mag niet worden gebruikt
als opbergruimte en op het apparaat
mag geen gereedschap of iets anders
worden gelegd.
Het moet worden gebruikt in droge en
goed geventileerde werkomgevingen.
• Aansluiting van de perslucht
AANWIJZING!
fHet apparaat is alleen bestemd voor een
bedrijfsdruk (uitgangsdruk aan compressor)
van max. 6,3 bar. Houd er rekening
mee dat de druk kan dalen tijdens het
instellen van de luchtdruk. Zo daalt deze
bij een slanglengte van 10 m en een
binnendiameter van 9 mm met ongeveer
0,6 bar.
Gebruik alleen gefilterde en gereguleerde
perslucht.
Sluit de persluchtslang aan
achterzijde van de plasmasnijder
de persluchtaansluiting
daarvoor de zijde van de persluchtslang
16
zonder snelaansluiting in de perslucht-
aansluiting
20
van de plasmasnijder
(zie afb. I).
Met de draaiknop
afscheider kunt u de druk instellen
(zie afb. I – L). Kies een druk van
4 – 4,5 bar.
Om de persluchtslang
maken, moet u de vergrendeling van
de persluchtaansluiting
de persluchtslang
(zie afb. I).
• Aansluiting van de
snijbrander
Trek de afdekkap
brander-aansluitbus
16
op de
1
op
20
. Steek
21
op de condensaat-
16
weer los te
20
indrukken en
16
eruit trekken
12a
van de plasma-
12
af.
Steek de plasmabrander-connector
de plasmabrander-aansluitbus
de wartelmoer stevig met de hand aan
(zie afb. A+B).
Steek de plasmabrander-controleconnector
6
in de plasmabrander-controlebus
en trek de wartelmoer stevig met de
hand aan (zie afb. A+B).
• Aardingskabel aansluiten
Verbind de aardingsklem-apparaatconnector
met de aardingsklem-aansluitbus
5a
Verbind dan de aardingsklem-connector
met de aardingsklem-aansluitconnector
Denk eraan dat de aansluitdoorn eerst moet
worden ingestoken en daarna gedraaid.
De aansluitdoorn van de aardingsklem-
apparaatconnector
omhoog wijzen. Na het insteken moet de
aansluitdoorn met de wijzers van de klok
mee tot aan de aanslag worden gedraaid
om te vergrendelen (zie afb. A+B).
Hiervoor is geen brute kracht nodig!
• Ingebruikname
• Bediening
1
1. Stel de plasmasnijder
en goed geventileerde plaats op.
2. Plaats de machine in de buurt van het
werkstuk.
3. Druk de aan-uitschakelaar
4. Klem de aardingsklem
werkstuk dat moet worden gesneden, en
controleer of er een goed elektrisch
contact is.
5. Stel met de stroomregelaar
snijstroom in. Wanneer de vlamboog
wordt onderbroken, moet de snijstroom
evt. hoger worden ingesteld. Als de
elektrode vaak verbrandt, moet de
snijstroom lager worden ingesteld.
12
en trek
11
moet bij het insteken
5a
op een droge
1
17
in.
4
aan het
13
de
NL/BE
79
7
in
10
.
5
.
5b