op werkplekken waar de
bewegingsruimte is beperkt,
zodat de operator in een
geforceerde houding (bijv.
knielend, zittend, liggend)
werkt en elektrisch geleidende
delen aanraakt;
op werkplekken die geheel of
gedeeltelijk elektrisch geleidend
zijn begrensd en waar een groot
gevaar bestaat door vermijd-
baar of toevallig aanraken
door de operator;
op natte, vochtige of warme
werkplekken, waar de lucht-
vochtigheid of transpiratie de
weerstand van de menselijke
huid en de isolerende eigen-
schappen van de bescher-
mende uitrusting aanzienlijk
verlaagt.
Ook een metalen ladder of een
steiger kunnen een omgeving
met verhoogd elektrisch risico
scheppen.
Bij gebruik van plasmasnijders
onder elektrisch gevaarlijke
omstandigheden mag de
uitgangsspanning van de plas-
masnijder die stationair draait,
niet hoger zijn dan 48 V
(effectieve waarde). Deze
plasmasnijder mag vanwege de
uitgangsspanning in deze gevallen
niet worden gebruikt.
z Plasmasnijden in kleine
ruimten
Bij het lassen en plasmasnijden
in kleine ruimten kan er een
gevaarlijke situatie ontstaan door
toxische gassen (verstikkingsge-
vaar). In kleine ruimten mag het
apparaat alleen worden bediend,
wanneer er geïnstrueerde personen
in de onmiddellijke nabijheid
aanwezig zijn, die in geval van
nood kunnen ingrijpen. Hier dient
voor aanvang van het gebruik
van de plasmasnijder een
analyse door een deskundige te
worden uitgevoerd om te bepalen
welke stappen noodzakelijk zijn
om de veiligheid van het werk
te waarborgen en welke voor-
zorgsmaatregelen er dienen te
worden genomen gedurende het
eigenlijke snijproces.
z Optellen van
nullastspanningen
Wanneer er meer dan één
plasmastroombron tegelijkertijd in
gebruik is, kunnen de nullastspan-
ningen zich vermeerderen en tot
een verhoogd gevaar voor een
elektrische schok leiden.
De plasmastroombronnen met
hun aparte besturingen en
aansluitingen moeten duidelijk
worden gemarkeerd, zodat
NL/BE
75