In- en uitschakelen
Inschakelen
GEVAAR! Gevaar voor verwon-
1.
dingen! Het apparaat mag slechts ge-
bruikt worden met de gemonteerde be-
schermkap (18).
Stel de beschermkap (18) zo op dat
een vonkenregen of geloste delen
noch de gebruiker noch omstaande
personen kunnen treffen.
2. Druk de aan/uit-schakelaar (5) om-
laag en schuif de aan/uit-schakelaar
(5) naar voren.
3. Vergrendel de aan/uit-schakelaar (5):
kantel de aan/uit-schakelaar (5) naar
boven.
4. Controleer of het inzetgereedschap
soepel draait. Indien niet: vervang het
inzetgereedschap.
5. Wacht tot het apparaat zijn volle toe-
rental heeft bereikt.
Wegens de intelligente energiebeheer-
functie start de motor vertraagd op
(zachte aanloop/Softstart).
6. Breng het inzetgereedschap tegen het
werkstuk.
Uitschakelen
1. Verwijder het inzetgereedschap van
het werkstuk.
2. Schuif de aan-/uitknop (5) naar ach-
ter.
3. Wacht tot het elektrische werktuig tot
stilstand is gekomen alvorens het weg
te leggen.
4. Verwijder de accu (9) uit het apparaat,
als u het apparaat onbeheerd achter-
laat of klaar bent met het werk.
Transport
Aanwijzingen voor het transport van het
apparaat:
• Schakel het apparaat uit en haal de ac-
cu eruit. Verzeker u ervan dat alle be-
wegende delen volledig tot stilstand
zijn gekomen.
• Verwijder het inzetgereedschap.
• Draag het apparaat altijd aan de
handgreep (6).
Reiniging, onderhoud
en opslag
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel door onbedoeld aanlopen van het
apparaat. Bescherm u bij onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden. uit het stop-
contact. Schakel het apparaat uit en haal
de accu (9) eruit.
Laat reparatiewerkzaamheden en onder-
houd, die niet zijn beschreven in deze
handleiding, uitvoeren door een gespecia-
liseerd service-center. Gebruik uitsluitend
originele onderdelen.
Reiniging
Reiniging
WAARSCHUWING! Elektrische
schok! Spuit het apparaat nooit schoon
met water.
AANWIJZING! Beschadigingsgevaar.
Chemische substanties kunnen de plastie-
ken delen van het apparaat aantasten.
Gebruik geen reinigings- of oplosmidde-
len.
• Houd ventilatiesleuven, de motorbe-
huizing en grepen van het apparaat
schoon. Gebruik daartoe een vochtige
doek of een borstel.
Onderhoud
Het apparaat is onderhoudsvrij.
NL
BE
89