INSTALLATIEIN-
STRUCTIES
1
Verbind de Centrale Steunbuis door Deel A in Deel B te voegen. Maak vast
met 3 x Hexschroeven & 3 x Platte Sluitringen voor én achter.
2
Verbind de Stroom Verbindingskabel met de Sensordraad op je Basisp
laat (Deel C). Doe de verbonden kabel door de geïnstalleerde Centrale
Steunbuis.
3
Dien de Centrale Steunbuis (Delen A & B) in, in de Basisplaat (Deel C) &
maak hem veilig vast met 2 Hexschroeven.
4
Maak de verbonden kabel vast aan de Sensorkabel op je Controlepaneel
(Deel D) & maak je Controlepaneel (Deel D) veilig vast aan de Centrale Ste
unbuis (Delen A & B) met hulp van 2 Hexschroeven & 2 Platte Sluitringen.
5
Maak 2 Onderste Steunpalen (Delen E) aan de Basisplaat (Deel C) vast met 2
Hexschroeven & 2 Platte Sluitringen. Maak ze goed vast.
6
Maak 2 Bovenste Steunpalen (Delen F) aan de Onderste Steunpalen (Delen
E) vast met 4 Hexschroeven & 5 Platte Sluitringen. Maak goed vast.
7
Maak 2 Bovenste Steunpalen (Delen F) vast aan het Controlepaneel (Deel
D) & de Centrale Steunbuis (Delen A & B) met hulp van 4 Hexschroeven &
Platte Sluitringen. Maak goed vast.
8
Maak de Flessenhouder (Deel G) vast aan de Centrale Steunbuis (Delen A &
B) met gebruik van 2 Kruiskopschroeven.
NB/ Bevestig dat de Stroom Verbindingskabel veilig is vastgemaakt aan de
Sensordraag op de Basisplaat & het Controlepaneel.
-
-