■
Verwijder de batterij/accu als u het product langere tijd niet gebruikt.
Risico op beschadiging van het product
■
Gebruik uitsluitend het aangegeven type batterijen/accu's!
■
Plaats de batterijen/accu's volgens de aangegeven polariteit op de batterij/accu en het
product.
■
Reinig de contacten van de batterij/accu en van het batterijcompartiment vóór het
plaatsen met een droge pluisvrije doek of een wattenstaafje.
■
Verwijder lege batterijen/accu's direct uit het product.
● Ingebruikname
Let op: Verwijder al het verpakkingsmateriaal van het product. Verwijder alle bescherm
folie voor het eerste gebruik.
● Regenmeter in gebruik nemen
□
Draai de opvangtrechter 18 linksom los en haal deze van de sokkel 19 af.
□
Draai de schroef voor het batterijvak 21 los en verwijder de afdekking batterijvak 22 .
□
Plaats twee batterijen van het type AA, 1,5 V in het batterijvak 20 .
Let op de juiste polariteit (zie afb. D).
□
Leg de afdekking batterijvak 22 op het batterijvak 20 en sluit de afdekking batterijvak
met de schroef 21 .
□
Zet de sokkel 19 neer op de gewenste locatie.
Kies een locatie waarop de regen direct in de regenmeter kan vallen.
□
Zorg ervoor dat de sokkel 19 horizontaal staat.
Gebruik daarvoor de ingebouwde waterpas 26 .
□
Zet de regenmeter vast om te voorkomen dat deze door de wind wordt weggeblazen.
Bevestig geschikte schroeven (niet inbegrepen) in de bevestigingspunten 23 en schroef
de schroeven aan de bodem vast.
□
Plaats de opvangtrechter 18 op de sokkel 19 en draai de opvangtrechter 18
rechtsom vast.
Zorg ervoor dat de markeringsstrepen van de sokkel en van de opvangtrechter over
elkaar heen liggen.
● Opstelling
Let op: Het maximale bereik tussen het draadloos weerstation en de regenmeter is 30
meter. Dit bereik kan worden beïnvloed door obstakels (muren of voorwerpen).
Veiligheid / Ingebruikname
NL/BE
31