Zachte luchtstroom (op
sommige modellen)
Deze functie stuurt een zachte luchtstroom naar
boven om voor koeling te zorgen zonder dat u
tocht voelt.
1
Zet het apparaat aan.
2
Druk op de knop Soft Air.
•
wordt weergegeven op het
so
displayscherm.
3
Druk op de toets
J
luchtstroomtemperatuur aan te passen.
• U kunt de temperatuur van de luchtstroom
die uit het apparaat komt aanpassen.
• Het display toont
luchtstroomtemperatuurniveaus van -4 tot
of
K
om de
4, waarbij lagere cijfers koelere luchtstroom
aangeven. (-4: Meest koel, 4: Minst koel) Na
een korte vertraging wordt
weergegeven.
4
Druk op de
of
~
!
ventilatorsnelheid aan te passen.
OPMERKING
• Wanneer de functie Zachte luchtstroom wordt
geactiveerd, wordt de temperatuur van de lucht
die uit het product komt gewijzigd en wordt de
lucht naar boven gestuurd.
• De Zachte luchtstroom-functie kan worden
gebruikt met de modi Koelen en Ventileren.
• De temperatuur van de luchtstroom gaat
mogelijk niet omhoog of omlaag. Dit is
afhankelijk van de binnen- en
buitentemperatuur.
• Wanneer de Multi Outdoor unit is aangesloten,
kunt u de luchtstroomtemperatuur niet
aanpassen.
Sensor voor menselijke detectie
(op sommige modellen)
Directe en indirecte luchtstroom
Deze functie detecteert personen en zorgt
vervolgens voor een Directe of Indirecte
luchtstroom op basis van uw voorkeuren.
• Directe luchtstroom
GEBRUIK
weer
so
toets om de
29