Télécharger Imprimer la page

SKYLOTEC CT AVISTA Mode D'emploi page 20

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 11
NEDERLAND
De gebruiksinstructies van deze uitrusting bestaan uit een algemeen gedeelte en
een specifiek gedeelte, beide moeten aandachtig worden gelezen alvorens de
uitrusting te gebruiken. Let op! Hier worden alleen de specifieke instructies be-
schreven.
SPECIFIEKE INSTRUCTIES EN 12277.
Deze brochure bevat informatie die nodig is voor een correct gebruik van de
klimgordel voor alpinisme en klimmen.
1) TOEPASSINGSGEBIED.
Dit product is een persoonlijk beschermingsmiddel (PBM) tegen vallen van een
hoogte en voldoet aan verordening (EU) 2016/425. EN 12277 - Uitrusting voor
alpinisme: klimgordel. De norm is van toepassing op compleetgordels (type A),
kleine maat gordels (type B), zitgordels (type C) en borstgordels (type D).
2) AANGEMELDE INSTANTIES.
Zie de legenda in de algemene instructies (paragraaf 9/tabel D): M1; M2; M6;
N1.
3) NOMENCLATUUR (Fig. 4).
A) Gordel. B) Bovenste bevestigingspunt. C) Gesp(en) voor het afstellen van de
gordel. D) SRS-gesp voor het afstellen van de maat. E) Lus materiaaldrager; F) Ze-
keringslus. G) Onderste bevestigingspunt. H) beenlussen; I) Ondersteunende elas-
tieken voor de beenlussen met clip. L) Toelichtende label. M) Gesp(en) voor het
afstellen van de beenlussen. N) Bevestigingsband voor musketon materiaaldrager.
O) Achterste lus voor magnesiumzakje. P) Afneembare ondersteunende elastieken
voor de beenlussen. Q) Afneembare elastische doorsteeklussen. R) Anti-slijtage-
bescherming voor canyoning. S) Elastische lussen. T) Oranje slijtage-indicator op
het onderste bevestigingspunt. Let op! Indien de slijtage-indicator zichtbaar is,
mag het harnas niet gebruikt worden en moet het buiten gebruik gesteld worden
(Fig. 15.2).
3.1 - Belangrijkste materialen (Fig. 2). Zie de legenda in de algemene instructies
(paragraaf 2.4).
4) MARKERING.
Nummers/letters zonder bijschrift: zie de legenda in de algemene instructies
(hoofdstuk 5).
4.1 - Algemeen (Afb. 3). Indicaties: 3; 4; 6; 7; 8; 12; 13; 14; 17; 18; 30)
Pictogrammen ter illustratie van de correcte verbindingswijzen. 31) Pictogram dat
het sluiten en vergrendelen van de afstelgespen illustreert.
4.2 - Traceerbaarheid (Afb. 3). Indicaties: T2; T3*; T8; T9.
5) INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK.
5.1 - Afstelling. Selecteer de juiste maat klimgordel (Fig. 2). Draag de klimgordel
zodanig dat de gordel en de beenlussen zich op de juiste hoogte bevinden (Fig.
7). Stel de gordel af met behulp van de afstelgesp(en) (Fig. 5), zodanig dat het
geheel perfect aansluit op het lichaam, zonder dat het te strak zit (Fig. 6.1). Stel
de beenlussen af met behulp van de afstelgespen (Fig. 5), indien aanwezig,
en met de ondersteunende elastieken, zodanig dat er een hand past tussen de
beenlus en het been van de gebruiker (Fig. 6.2-6.3). Let op! Het overtollige deel
van de stroppen moet altijd in de elastische lussen worden geplaatst, om te voor-
komen dat de verstelgespen per ongeluk loskomen (Fig. 5.2-6.3). Let op! Voor
het gebruik dient er op een veilige plek een hangtest te worden uitgevoerd, om
er zeker van te zijn dat de klimgordel de juiste maat heeft, voldoende afgesteld
kan worden en comfortabel genoeg zit voor het begoogde gebruik. Let op! Het is
belangrijk om tijdens het gebruik regelmatig de gespen en/of de afsteluitrustingen
te controleren.
5.2 - Explorer / Explorer W-model. Na het afstellen van de riem met behulp van
de verstelgesp (C) (Afb. 8.1-8.2), kan de riem zich niet in het midden bevinden
ten opzichte van de verzekeringsring (Afb. 8.2). Om de positionering te optimali-
seren, schuift u de riemvulling door de band (Afb. 8.3). De dijbeschermers kunnen
ook op dezelfde manier worden afgesteld.
5.3 - Gebruik. De klimgordel dient uitsluitend te worden verbonden met het sys-
teem met behulp van de hiervoor bedoelde verbindingspunten: enkelvoudig ver-
bindingspunt (zekeringslus - Fig. 10.2-10.3) of dubbel verbindingspunt (bovenste
bevestigingspunt + onderste bevestigingspunt - Fig. 10.1). Voor het verbinden van
het touw met de gordel, dient er gebruik te worden gemaakt van een achtknoop
(Fig. 9) of twee bevestigingskarabiners met tegenoverliggende hendel (Fig. 10.4-
10.5). Let op! Gebruik geen andere bevestigingspunten dan de aangegeven
punten (Fig. 11). Let op! Gebruik nooit één enkele karabiner voor het verbinden,
omdat dit kan leiden tot een onjuiste positionering, waardoor de hendel wordt
belast. De klimgordel type C kan worden gebruikt in combinatie met een type D
borstgordel (Fig. 14.3). Let op! Het gebruik van één enkele type D gordel dat niet
is verbonden met een type C gordel, kan leiden tot risisco op letsel.
5.4 - Technieken. De gordel kan worden gebruikt voor alpinisme, zekeringstech-
nieken (Fig. 14.1), abseilen (Fig. 14.2), het afleggen van een via ferrata, enz.
Het Pro-canyon model is speciaal ontworpen voor canyoning. Let op! Voor elk
gebruik dient er een reddingsplan te worden opgesteld dat veilig en efficiënt kan
worden uitgevoerd.
6) PRO-CANYON.
Climbing Technology by Aludesign S.p.A. via Torchio 22
24034 Cisano B.sco BG ITALY
www.climbingtechnology.com
De anti-slijtagebescherming dat zich op het Pro-canyon model bevindt, kan wor-
den vervangen met de overeenkomstige, correcte Canyoning Protection reserve-
onderdelen (Ref.nr. 7H141). Voor een correcte vervanging, dient de volgende
procedure te worden opgevolgd: verwijder de riemen uit de gespen van de
gordel en van de beenlussen (Fig. 13.1); verwijder de elastische doorsteeklussen
en de anti-slijtagebescherming en voer de riemen van de gordel (A) en van de
beenlussen (B-C) in de overeenkomstige ogen (A-B-C) van de reserveonderdelen
(Fig. 13.2); voer de elastische doorsteeklussen opnieuw in, sluit de gespen zoals
in Fig. 5.1 en voer de overtollige stukken riem in, in de elastische doorsteeklussen
(Fig. 13.3). Let op! Voor het gebruik dient te worden gecontroleerd of de riemen
niet zijn gedraaid en correct zijn ingevoerd in de gespen.
7) ASCENT JUNIOR / DYNO / JOY.
Deze modellen zijn ontwikkeld voor kinderen korter dan 145 cm en zwaarder
dan 30 kg.
7.1 - Waarschuwingen. 1) Kinderharnassen mogen nooit zonder toezicht van
een volwassene gebruikt worden. 2) Voordat u de uitrusting gebruikt, moet u
controleren of de afmetingen van de tailleband en de beenlussen geschikt zijn
voor de grootte van het kind. 3) Gebruik bij twijfel over de maat, of als het kind
weinig geprononceerde heupen heeft, een EN 12277-B volledig-lichaamsharnas
voor kinderen (bijv. mod. FLIK).
IST51-7H188CT_rev.0 06-23
20/33

Publicité

loading