nl
Veiligheidssystemen
Veiligheidssystemen
Inschakelbeveiliging
Zie tabel "Bedrijfsposities"
Het apparaat kan in pos. 1 en 3 alleen
worden ingeschakeld:
■ wanneer de kom (11) is aangebracht en
door hem te draaien is vastgeklikt.
Beveiliging tegen opnieuw
inschakelen
Bij een stroomstoring blijft het apparaat
ingeschakeld, maar na de stroomstoring
gaat de motor niet opnieuw lopen. Opnieuw
inschakelen: draaischakelaar op P
draaien, dan inschakelen.
Overbelastingsbeveiliging
Als de motor zichzelf tijdens het gebruik
uitschakelt, is de overbelastingsbeveiliging
geactiveerd. Een mogelijke oorzaak is het
verwerken van een te grote hoeveelheid
levensmiddelen tegelijk.
Wat u moet doen indien een veiligheids-
systeem wordt geactiveerd, zie "Hulp bij
storingen".
Het apparaat behoeft geen verzorging.
In één oogopslag
De pagina's met afbeeldingen
uitklappen a.u.b.
Afb. A:
Basisapparaat
1 Ontgrendelknop
2 Draaiarm
"Easy Armlift"functie ter ondersteuning
van de omhoogbeweging van de arm
(zie "Werkstanden").
3 Draaischakelaar
Na uitschakeling (stand P) wordt het
apparaat automatisch op de optimale
stand voor het verwisselen van de
hulpstukken gezet.
P = stop
M = Momentschakeling met hoogste
toerental, schakelaar gedurende de
gewenste mixduur vasthouden.
Stand 1-7, draaisnelheid:
1 = laag toerental – langzaam,
7 = hoog toerental – snel.
62
4 Functie-indicatie
Brandt tijdens het gebruik
(draaischakelaar op M of 1-7). Knippert
bij een bedieningsfout van het apparaat,
bij activering van de elektronische
zekering en bij een apparaatdefect, zie
het hoofdstuk "Hulp bij storingen".
5 Aandrijvingsbeschermdeksel
Om het aandrijvingsbeschermdeksel te
verwijderen op het achterste gedeelte
drukken en het deksel verwijderen.
6 Aandrijving voor
– doorloopsnijder (extra toebehoren*)
en
– citruspers (extra toebehoren*)
Het aandrijvingsbeschermingsdeksel
aanbrengen als de aandrijving niet
wordt gebruikt.
7 Aandrijving voor hulpstukken
(roergarde, klopgarde, kneedhaak)
en vleesmolen (extra toebehoren *)
8 Aandrijvingsbeschermdeksel mixer
9 Aandrijving voor mixer
(extra t oebehoren*)
Het mixeraandrijvingsbeschermings
deksel aanbrengen als de aandrijving
niet wordt gebruikt.
10 Kabelvak
Het snoer opbergen in het
s noeropbergvak
Mengkom met toebehoren
11 Roestvrijstalen kom
12 Deksel
Hulpstukken
13 Roergarde „Profi Flexi"
14 Professionele garde
15 Kneedhaak met deegvanger
16 Opbergzak voor toebehoren
Voor het opbergen van de hulpstukken
en de fijnmaakschijven.
Doorloopsnijder
17 Stopper
18 Deksel met vulschacht
19 Fijnmaakschijven
a Snijdraaischijf – dik / dun
b Raspdraaischijf – grof / fijn
c Maalschijf – middelfijn
20 Schijfhouder
21 Behuizing met uitlaat-opening