Gebruiksaanwijzing voor de gebruiker
11.2. Gebruikersprogramma's oproepen
1. Selecteer door drukken op de modustoets D het gebruikersprogramma-
pictogram 4.
► Het gebruikersprogramma-pictogram brandt.
2. Selecteer met de plus-toets B en min-toets C het gewenste gebruikerspro-
gramma (1 - 5).
3. Druk op de aan-/uittoets A.
► Het gebruikersprogramma wordt gestart.
► De weergave 1 toont het gestarte gebruikersprogramma.
11.3. Eigen gebruikersprogramma maken
U kunt eigen gebruikersprogramma's maken. Hierbij wordt een vooringesteld
gebruikersprogramma overschreven. Voer hiervoor volgende stappen uit:
1. Start alle functies die met het gebruikersprogramma moeten worden inge-
schakeld, met de gewenste intensiteit.
2. Selecteer door drukken op de modustoets D het gebruikersprogramma-
pictogram 4.
► Het gebruikersprogramma-pictogram brandt.
3. Selecteer met de plus-toets B en min-toets onder welk nummer (1 - 5) het
nieuwe gebruikersprogramma moet worden opgeslagen.
4. Druk gedurende ca. 3 seconden op de plus-toets B en de min-toets C.
► Het opslaan van het gebruikersprogramma wordt door kort knipperen
van het gebruikersprogramma-pictogram 4 bevestigd.
► De instellingen worden in het geselecteerde gebruikersprogramma
opgeslagen.
Voorbeeld
Gebrui-
Tempera-
kerspro-
gramma
2
Vochtig-
heid
tuur °C
%
45
55
Licht
Extra
uitgang
%
0
50
Pag. 62/70
Ventilator
%
0