Geldigheid: behalve Zwitserland
Totaal
Waterhardheid bij specifiek installatievolume
verwar-
mings-
vermo-
≤ 20 l/kW
gen
mol/
kW
°dH
m³
2)
geen
geen
≤ 50
≤ 16,8
≤ 3
3)
≤ 50
≤ 11,2
≤ 2
> 50 tot
≤ 200
≤ 8,4
≤ 1,5
> 200 tot
≤ 600
> 600
< 0,3
< 0,05
1) Liter nominale inhoud/verwarmingsvermogen; bij meerketelin-
stallaties moet het kleinste individuele vermogen ingezet worden.
2) Specifieke waterinhoud van de warmteopwekker ≥ 0,3 l per
kW.
3) Specifieke waterinhoud van de warmteopwekker < 0,3 l per
kW (bijv. circulatiewaterverwarmer) en installaties met elektri-
sche verwarmingselementen.
Geldigheid: Zwitserland
Totaal
Waterhardheid bij specifiek installatievolume
verwar-
mings-
vermo-
≤ 20 l/kW
gen
mol/
kW
°fH
m³
2)
geen
geen
≤ 50
≤ 30
≤ 3,0
3)
≤ 50
≤ 20
≤ 2,0
> 50 tot
≤ 200
≤ 15
≤ 1,5
> 200 tot
≤ 600
> 600
< 0,5
< 0,05
1) Liter nominale inhoud/verwarmingsvermogen; bij meerketelin-
stallaties moet het kleinste individuele vermogen ingezet worden.
2) Specifieke waterinhoud van de warmteopwekker ≥ 0,3 l per
kW.
3) Specifieke waterinhoud van de warmteopwekker < 0,3 l per
kW (bijv. circulatiewaterverwarmer) en installaties met elektri-
sche verwarmingselementen.
Geldigheid: België OF Duitsland OF Zwitserland
Opgelet!
Kans op materiële schade door verrij-
king van het verwarmingswater met on-
geschikte additieven!
Ongeschikte additieven kunnen veranderin-
gen aan componenten, geluiden in de CV-
functie en evt. verdere gevolgschade veroor-
zaken.
▶
Gebruik geen ongeschikte antivries- en
corrosiewerende middelen, biociden en
afdichtmiddelen.
180
> 20 l/kW
> 40 l/kW
≤ 40 l/kW
mol/
°dH
°dH
mol/m³
m³
≤ 3,0
< 0,3
< 0,05
≤ 16,8
≤ 8,4
≤ 1,5
< 0,3
< 0,05
≤ 5,6
≤ 1,0
< 0,3
< 0,05
< 0,3
< 0,05
< 0,3
< 0,05
< 0,3
< 0,05
< 0,3
< 0,05
> 20 l/kW
> 40 l/kW
≤ 40 l/kW
°fH
mol/m³
°fH
mol/m³
≤ 30
≤ 3,0
< 0,3 < 0,05
≤ 15
≤ 1,5
< 0,5 < 0,05
≤ 10
≤ 1,0
< 0,5 < 0,05
< 0,5
< 0,05
< 0,5 < 0,05
< 0,5
< 0,05
< 0,5 < 0,05
Bij ondeskundig gebruik van de volgende additieven werden
met onze producten tot nu toe geen onverdraagzaamheden
vastgesteld.
1)
▶
Neem bij het gebruik absoluut de aanwijzingen van de
fabrikant van het additief in acht.
Voor de verdraagzaamheid van additieven in het overige
CV-systeem en voor de werkzaamheid ervan aanvaarden
we geen aansprakelijkheid.
Additieven voor reinigingsmaatregelen
(aansluitend uitspoelen vereist)
–
Adey MC3+
–
Adey MC5
–
Fernox F3
–
Sentinel X 300
–
Sentinel X 400
Additieven die permanent in de installatie blijven
–
Adey MC1+
–
Fernox F1
–
Fernox F2
–
Sentinel X 100
–
Sentinel X 200
Antivriesmiddelen die permanent in de installatie
blijven
1)
–
Adey MC ZERO
–
Fernox Antifreeze Alphi 11
–
Sentinel X 500
▶
Informeer de gebruiker over de nodige maatregelen als u
bovengenoemde additieven heeft gebruikt.
▶
Informeer de gebruiker over de noodzakelijke werkwijze
voor de vorstbeveiliging.
8.4
CV-circuit vullen en ontluchten
Geldigheid: Directe verbinding
▶
Vul het product via de retourleiding met CV-water.
Verhoog de vuldruk langzaam, tot de gewenste be-
drijfsdruk is bereikt.
–
Bedrijfsdruk: 0,15 tot 0,2 MPa (1,5 tot 2,0 bar)
▶
Activeer het ventilatieprogramma op de thermostaat
van de binnenunit.
▶
Controleer tijdens het ventileren de installatiedruk. Als
de druk daalt, vul dan CV-water bij, tot de gewenste
bedrijfsdruk weer is bereikt.
Geldigheid: Systeemscheiding
▶
Vul het product en het primaire CV-circuit via de re-
tourleiding met een antivries-watermengsel (44 %. vol.
propyleenglycol en 56 % vol. water). Verhoog de vul-
druk langzaam, tot de gewenste bedrijfsdruk is bereikt.
–
Bedrijfsdruk: 0,15 tot 0,2 MPa (1,5 tot 2,0 bar)
▶
Activeer het ventilatieprogramma op de thermostaat
van de binnenunit.
▶
Controleer tijdens het ventileren de installatiedruk. Als
de druk daalt, vul dan antivries-watermengsel bij, tot
de gewenste bedrijfsdruk weer is bereikt.
▶
Vul het secundaire CV-circuit met CV-water. Verhoog
de vuldruk langzaam, tot de gewenste bedrijfsdruk is
bereikt.
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020299004_09