Nederlands
8.3.2 Displaystructuur
Pos.
1
2
3
4
5
8.3.3 Beschrijving van de standaardsymbolen
Symbool
2
8.3.4 Display
Pagina displaystatus
• De statuspagina is de standaardweergave op het
display.
De op dat moment ingestelde gewenste waarde
wordt weergegeven.
De basisinstellingen worden met symbolen weer-
gegeven.
Voorbeeld van displaystatuspagina
114
Beschrijving
Menunummer
Waardeweergave
Weergave eenheden
Standaardsymbolen
Weergave pictogram
Beschrijving
Bedrijf in modus
"Toerentalregeling".
Bedrijf in modus "Constante druk"
of "PIDregeling".
Bedrijf in modus 'Variabele druk' of
'PID-regeling'
IN2 ingang geactiveerd (externe
gewenste waarde)
Als dit symbool verschijnt kunnen
de huidige instellingen of metingen
niet worden gewijzigd. De getoon-
de informatie is alleen bedoeld ter
informatie.
BMS (Building Management System)
PLR of LON is actief.
Pomp loopt.
Pomp stopt.
LET OP: Voor alle menu's geldt dat als de draai-
knop niet binnen 30 seconden wordt bediend,
het display opnieuw verschijnt en geen wijziging
wordt
geregistreerd.
Navigatieelementen
• Via de menustructuur kunnen die functies van de
omvormer worden opgeroepen. Aan elk menu en
submenu is een nummer toegewezen.
• Draai aan de draaiknop om door de menuniveaus
te stappen (voorbeeld 4000 -> 5000).
• Als een element (waarde, menunummer, symbool
of pictogram) knippert kan een nieuwe waar-
de, nieuw menu of een nieuwe functie worden
geselecteerd.
Symbool
Als de pijl verschijnt:
• Druk op de draaiknop voor toe-
gang tot het submenu (voorbeeld
4000 -> 4100).
Als de pijl "terug" verschijnt:
• Indrukken van de draaiknop geeft
toegang tot het hogere menu
(voorbeeld 4150 -> 4100).
8.3.5
Definitie van de toepassing van een open of
gesloten hydraulische lus
Het product heeft twee typen toepassingen. Het
gekozen type toepassing bepaalt de bedrijfssitu-
atie waartoe toegang kan worden verkregen.
Hydraulische
Bedrijfssituatie
toepassing
Open lus
Modus 'pc'
Modus 'Δpc'
Gesloten lus
Modus 'Δpv'
Gebruik menu 5.7.8.0 van het menu 'EXPERT' om
het vereiste type toepassing te selecteren.
LET OP:
Het product moet opnieuw worden geïni-
tialiseerd wanneer de toepassing wordt gewijzigd.
Alle gebruikersparameters keren terug naar de
fabrieksinstellingen.
8.3.6
Bedrijfssituatie definiëren
Druksensoren definiëren
• De relatieve druksensor meet de druk in relatie
tot de atmosferische druk.
• De relatieve druksensor meet de druk in relatie
tot de nuldruk in een vacuüm.
• De verschildruksensor meet de druk tussen twee
punten.
LET OP:
Alle door de pomp aangegeven drukken
worden gemeten in relatie tot de atmosferische
druk, behalve wanneer een verschildruksensor
wordt gebruikt.
Beschrijving
Modus toerental-
niveauregeling
Modus PID
WILO SE 04/2020