Télécharger Imprimer la page

Vent-Axia Solo Plus Serie Instructions D'installation Et De Câblage page 18

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

behuizing [C] (fig. 3/4/11.)niet wordt beschadigd. BELANGRIJK: De kabel voor de PIR-
sensor (enkel het TM-model) is niet aangesloten bij levering, maar kan worden
verwijderd door voorzichtig de clips los te maken van het kabelhoofd van de voorste
assemblage [A].
3. Verwijder de sponring [G] van de binnenuit het karton en clip de sponadapter [E] over waarbij
u ervoor zorgt dat de lip op de sponring stevig vastzit in de groef op de sponadapter (fig. 6.).
Zorg ervoor dat de sponadapter vastzit op de onderste behuizing en dat de sluiter nog stevig
vast zit en volledig functioneel is.
4. Stel de geschikte snelheidskeuze in en andere eigenschappen zoals aangegeven in Deel B
INSTELLING.
5. Bevestig de kanalisering aan de spon en plaats haar in het gat in het paneel waarbij u ervoor
zorgt dat de ommanteling [H] correct in de onderste behuizing is geplaatst. Zet ze stevig vast
op haar plaats met de juiste spanklemmen (fig. 7.).
6. Zorg ervoor dat de rotor vrij draait.
7. Selecteer en volg het geschikte bedradingsschema in Deel C BEDRADING.
8. Vervang de voorste assemblage waarbij u verzekert dat de PIR-sensorkabel (enkel het TM-
model) wordt heraangesloten op de PIR-sensor PCB (fig. 11.).
9. Schakel de stroomtoevoer aan en controleer of de ventilator correct werkt.
BELANGRIJK: Bemerk dat de T en HT een schakelaar met vertraging omvatten, die de
ventilator zal starten na 2 minuten voor de ingestelde timeout-periode. De vertraging wordt
enkel geactiveerd via de LS en niet via het trektouw of de vochtigheidssensor (wanneer van
toepassing). Wanneer de LS wordt uitgeschakeld gedurende 2 minuten zal de ventilator uit
blijven.
PANEELMONTAGE (Verzonken)
1. Markeer en snij een rechthoekig gat (190mm x 240mm) doorheen het paneel waarbij u het
achterblad gebruikt als mal, waarbij u ervoor zorgt dat er voldoende ruimte is voor de
installatie van het product en dat de filter kan worden verwijderd voor het onderhoud.
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat u dwarsbalken en verborgen kabels vermijdt.
2. Het verwijderen van de voorste assemblage [A]. Verwijder eerst de filter [B] (fig. 2.) door te
drukken op de clips en door te trekken. Steek een schroevendraaier met een klein blad in de
gleuven zoals wordt getoond in figuur 3 en druk zachtjes om de assemblage los te maken. Til
de voorste assemblage traagjes van de onderkant, waarbij u verzekert dat de sensorkabel
(enkel het TM-model) die is bevestigd aan de voorste assemblage en aan de onderste
behuizing [C] (fig. 3/4/11.)niet wordt beschadigd. BELANGRIJK: De kabel voor de PIR-
sensor (enkel het TM-model) is niet aangesloten bij levering, maar kan worden
verwijderd door voorzichtig de clips los te maken van het kabelhoofd van de voorste
assemblage.
3. Verwijder de sponring [G] van de binnenuit het karton en clip de sponadapter [E] over waarbij
u ervoor zorgt dat de lip op de sponring stevig vastzit in de groef op de sponadapter (fig. 6.).
De spon kan worden geherpositioneerd voor installaties met uitgang aan de zijkant door de
schroef te verwijderen en de spon weg te schuiven van de onderste behuizing, waarbij u zorg
draagt voor de geleidingrails (fig. 8.). De spon kan dan worden rondgedraaid en
geherpositioneerd voor gebruik met zijdelingse uitgang waarbij u dezelfde geleidingsrails en
borgschroef gebruikt (fig. 9.). Zorg ervoor dat de sponadapter vastzit op de onderste
behuizing in de vereiste richting en dat de sluiter nog stevig vast zit en volledig functioneel is.
4. Verwijder de ommanteling en breng de meegeleverde schroef aan doorheen de flens van de
onderste behuizing (fig. 10.). Bevestig vervolgens de meegeleverde paneelclips [F] (fig. 10.)
waarbij u voldoende ruimte laat tussen de clip en de flens voor de dikte van het paneel (zodat
de clips kunnen openspringen achter het paneel).
5. Stel de geschikte snelheidskeuze in en andere eigenschappen zoals aangegeven in Deel B
INSTELLING.
6. Bevestig de kanalisering aan de spon en plaats ze in het gat in het paneel,waarbij u verzekert
dat de kabel wordt doorgegeven in de onderste behuizing en dat de paneelclips uitspringen
achter het paneel.
7. Bevestig in deze positie door zorgvuldig de paneelclips vast te zetten. Het kan nodig zijn om
het product centraal in het gat te houden bij het vastzetten, zodat er geen tussenruimten
zichtbaar zijn wanneer het deksel erop staat. BELANGRIJK: Wanneer er elektrische
gereedschappen worden gebruikt, stel ze dan in op de minimum koppelinstelling of
gebruik bij voorkeur een manuele schroevendraaier. Span niet te hard aan.
8. Zorg ervoor dat de rotor vrij draait.
9. Selecteer en volg het geschikte bedradingschema Deel C BEDRADING.
10. Vervang de voorste assemblage waarbij u verzekert dat de PIR-sensorkabel (enkel het TM-
model) wordt heraangesloten op de PIR-sensor PCB (fig. 11.).
11. Schakel de stroomtoevoer aan en controleer of de ventilator correct werkt.
18

Publicité

loading