BELANGRIJK: Bemerk dat de T en HT een schakelaar met vertraging omvatten, die de
ventilator zal starten na 2 minuten voor de ingestelde timeout-periode. De vertraging wordt
enkel geactiveerd via de LS en niet via het trektouw of de vochtigheidssensor (wanneer van
toepassing). Wanneer de LS wordt uitgeschakeld gedurende 2 minuten zal de ventilator uit
blijven.
MUURMONTAGE (Oppervlakte)
gebruikt.
1. Snij een gat van 115mm ∅ doorheen de muur, waarbij u verzekert dat er voldoende ruimte is
voor de installatie van het product en dat de filter kan worden verwijderd voor het onderhoud.
2. Steek de muurhuls met de grootste diameterhuls in aan de kamerkant en metsel de beide
uiteinden effen met de muuroppervlakken vast in hun positie. De muurhuls moet in een hoek
naar beneden worden aangebracht, weg van de ventilator om de condensatie af te laten
naar de buitenste muur.
3. Rooster aan de buitenkant: Gebruik de achterplaat als mal; markeer de middelpunten van de
bevestigingsgaten op de muur. Boor in de muur, breng pluggen aan en bevestig de
achterplaat op haar positie.
4. Bevestig het buitenkantrooster op de achterplaat (schroeven meegeleverd). Zorg ervoor dat
de ventilatiejaloezies naar beneden wijzen.
5. Het verwijderen van de voorste assemblage [A]. Verwijder eerst de filter [B] (fig. 2.) door te
drukken op de clips en door te trekken. Steek een schroevendraaier met een klein blad in de
gleuven zoals wordt getoond in figuur 3 en druk zachtjes om de assemblage los te maken. Til
de voorste assemblage traagjes van de onderkant, waarbij u verzekert dat de sensorkabel
(enkel het TM-model) die is bevestigd aan de voorste assemblage en aan de onderste
behuizing [C] (fig. 3/4/11.)niet wordt beschadigd. BELANGRIJK: De kabel voor de PIR-
sensor (enkel het TM-model) is niet aangesloten bij levering, maar kan worden
verwijderd door voorzichtig de clips los te maken van het kabelhoofd van de voorste
assemblage.
6. Verwijder de sponring [G] van van de binnenuit het karton en clip de sponadapter [E] over
waarbij u ervoor zorgt dat de lip op de sponring stevig vastzit in de groef op de sponadapter
(fig. 6.). Zorg ervoor dat de sponadapter vastzit op de onderste behuizing en dat de sluiter
nog stevig vast zit en volledig functioneel is.
7. Stel de geschikte snelheidskeuze in en andere eigenschappen zoals aangegeven in Deel B
INSTELLING.
8. Markeer de middelpunten van de bevestigingsgaten op de muur terwijl u het achterblad of de
onderste behuizing [C] als mal gebruikt, waarbij u voorzichtig de spon in de muurinlegger
schuift. Bevestig de onderste behuizing op haar positie onder gebruikmaking van de
meegeleverde schroeven en bevestigingen waarbij u verzekert dat de ommanteling [H]
correct op de onderste behuizing is geplaatst (fig. 7.).
9. Zorg ervoor dat de rotor vrij draait.
10. Selecteer en volg het geschikte bedradingschema Deel C BEDRADING.
11. Vervang de voorste assemblage waarbij u verzekert dat de PIR-sensorkabel (enkel het TM-
model) wordt heraangesloten op de PIR-sensor PCB (fig. 11.).
12. Schakel de stroomtoevoer aan en controleer of de ventilator correct werkt.
BELANGRIJK: Bemerk dat de T en HT een schakelaar met vertraging omvatten, die de
ventilator zal starten na 2 minuten voor de ingestelde timeout-periode. De vertraging wordt
enkel geactiveerd via de LS en niet via het trektouw of de vochtigheidssensor (wanneer van
toepassing). Wanneer de LS wordt uitgeschakeld gedurende 2 minuten zal de ventilator uit
blijven.
B. INSTELLING
WAARSCHUWING: DE VENTILATOR EN DE HULPCONTROLE-UITRUSTING
MOETEN WORDEN GEÏSOLEERD VAN DE STROOMTOEVOER TIJDENS DE
INSTALLATIE / OF HET ONDERHOUD.
1. HET SELECTEREN VAN DE CONSTANTE DOORBLAASOPTIE
BELANGRIJK: Constante doorblazing met aanjaagoptie niet beschikbaar op het
model P/E. Zie de onderstaande opmerking.
Verbind de doorblaas jumper 3 [TR] onder gebruikmaking van het meegeleverde
jumperhoofd om constante doorblazing te selecteren (fig. 14a). De optie voor de
doorblaassnelheid is in de fabriek in de off positie geplaatst (fig. 14a).
Voor muurinstallaties kan een muurkit (25 41 02 wit / 25 41 00 bruin) worden
19