Zorg voor veilig opbergen van het apparaat. Apparaten,
•
die niet worden gebruikt, moeten op een droge, mogelijk
hoog gelegen plaats bewaard of, indien mogelijk,
ontoegankelijk opgesloten worden
Let op de stroomkabel. Trek niet aan de kabel. Pak voor
•
het uitnemen enkel aan de stekker. Houd de kabel op
afstand van warmtebronnen, olie en scherpe kanten
Vermijd ongewenst inschakelen. Let er altijd op dat het
•
apparaat met de apparaatschakelaar uitgeschakeld is
voordat u de netstekker uit het stopcontact neemt.
Gebruik buiten een speciale verlengkabel. Gebruik voor
•
buitengebruik speciale geschikte verlengkabels die
overeenstemmend zijn gemerkt.
Blijf altijd attent. Let op wat u doet. Gebruik uw gezonde
•
verstand. Gebruik geen elektrische apparaten in geval
van vermoeidheid.
Let op beschadigde delen. Onderzoek het apparaat
•
voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zijn afzonderlijke
delen beschadigd? Als afzonderlijke delen beschadigd
zijn vraagt u zich dan bij kleine beschadigingen serieus
af of het apparaat toch nog perfect kan functioneren.
• Voorkom
stroomschokken. Vermijd ieder lichamelijk
contact met geaarde objecten, bijv. waterleidingen,
verwarmingselementen, haarden en behuizingen van
koelkasten.
Gebruik uitsluitend goedgekeurde onderdelen. Gebruik
•
bij onderhoud en reparaties identieke
reserveonderdelen. Wendt u zich voor onderdelen tot
een officieel servicecentrum.
•
Waarschuwing! Het gebruik van andere onderdelen of
aanbouwdelen, die in deze gebruiksaanwijzing niet
uitgesproken aanbevolen zijn, kan bedreiging van
personen en objecten tot gevolg hebben.
•
Personen, die op grond van hun fysieke,
sensorische of geestelijke bekwaamheden of hun
onbedrevenheid of onkunde niet in staat zijn het
apparaat te bedienen, mogen het apparaat niet
gebruiken.
•
Indien het apparaat zichtbare beschadigingen
vertoont, mag het apparaat niet in gebruik genomen
worden.
•
Reparaties aan dit apparaat mogen enkel door een
elektrovakman uitgevoerd worden. Door
onvakkundige reparaties kunnen aanzienlijke
gevaren ontstaan.
•
Voor de accessoireonderdelen gelden dezelfde
voorschriften.
Güde GmbH & Co. KG neemt geen garantie over voor
schaden op grond van de volgende punten:
•
Beschadigingen aan het apparaat door
mechanische invloeden en te hoge spanningen.
•
Wijzigingen aan het apparaat.
•
Gebruik voor andere dan die in de
gebruiksaanwijzing beschreven doeleinden.
•
Volg beslist alle veiligheidsinstructies op om
letsels en schaden te vermijden.
Veiligheidsinstructies voor de éérste ingebruikneming
Neem altijd de netstekker uit voordat met het instellen of
•
onderhoudswerk wordt begonnen.
Sluit de lader totdat de stroomvoorziening, als alle
instellingen en de terminals zijn aangesloten.
•
Na het verwijderen van de verpakking controleren of het
apparaat en alle onderdelen in een onberispelijke staat
zijn.
De netkabel geheel afwikkelen en zodanig neerleggen
•
dat de poolklemmen elkaar niet raken.
Indien vereist, de netkabel met een verlengkabel
•
verlengen; daarbij moet er op gelet worden dat de
kabeldoorsnede dezelfde is als van de netkabel; geen
kabel met een kleinere doorsnede gebruiken.
De aansluittangen, de klemmen en de bovenste
•
oppervlakte van de accu moeten schoon gehouden
worden; zo nodig de accuklemmen met een draadborstel
schoonborstelen; daardoor wordt een goed elektrisch
contact en een maximale oplading bereikt.
•
Nooit de polen van de aansluitingen verwisselen.
( (-) zwart; (+) rood )
De laadspanning van het laadapparaat moet gelijk zijn
•
aan de op de accu aangegeven nominale spanning; zij
komt met het aantal van de accucellen, verveelvoudigd
met twee, overeen.
Het apparaat voor het laden veilig opstellen en zich
•
ervan overtuigen dat de luchtstroom door de
overeenkomstige openingen niet wordt belemmerd. Een
goede koeling systeem moet worden gewaarborgd.
Niet tegelijk meerdere accu's laden.
•
De accusluitdoppen slechts dan verwijderen, nadat de
•
klemmen zijn schoongemaakt zodat geen stof en
dergelijk in de accubak kan komen. Tijdens de laadtijd
zo houden.
Controleren of de elektrolytvloeistof minimaal 4 á 5 mm
•
boven de platen staat; eventueel met gedestilleerd
water, dat voor dit doel in de handel verkrijgbaar is,
aanvullen.
Tijdens de laadfase ontstaan explosieve gassen; vermijd
•
daarom vonken en open vuur, resp. roken in de
omgeving.
Opladen van accu's mag slechts in geventileerde
ruimtes plaatsvinden; het is streng verboden het
laadapparaat in het voertuig of onder de gesloten
motorkap te gebruiken.
•
Laad standaardaccu's en onderhoudsvrije accu's nooit
tegelijk op.
Laad nooit wegwerpaccu's op.
•
•
Laat achter het apparaat altijd voldoende plaats voor
ventilatie.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant op.
•
Controleer de correcte staat van het zuur in de accu.
•
•
Controleer steeds de vlekkeloze staat van netkabel en
kabelklem. Bij beschadigingen van de netkabel
onmiddellijk het vakpersoneel op de hoogte stellen.
Het apparaat mag niet aan weersinvloeden, regen en
•
sneeuw, blootgesteld worden.
Het apparaat niet blootsvoets gebruiken. Het apparaat
•
niet met vochtige handen of natte, resp. vochtige voeten
aanraken.
Stekker niet aan de kabel of door rukken aan het
•
apparaat uit het stopcontact nemen.
•
Verhinder dat het apparaat door kinderen of
onbevoegden wordt gebruikt.
Laat het apparaat niet zonder toezicht of
nutteloos ingeschakeld aanstaan omdat het een
gevarenbron kan zijn.
•
Indien beveiligings- of bescherminrichtingen worden
onderhouden of gerepareerd, moeten deze na het
beëindigen van de werkzaamheden opnieuw correct
ingebouwd worden.
•
Het is absoluut noodzakelijk de aan de betreffende
gebruiksplaats geldige voorschriften ter voorkoming van
ongevallen te kennen evenals andere, algemeen
erkende veiligheidsregels.
Voordat u dit apparaat gaat gebruiken moet u beslist de
•
veiligheidsinrichtingen controleren. Overtuigt u zich dat
ook schijnbaar slechts licht beschadigde onderdelen
daadwerkelijk naar behoren functioneren.
Voor zover in deze gebruiksaanwijzing niet anders
•
aangegeven, moeten beschadigde onderdelen en
veiligheidsinrichtingen door een geautoriseerd
servicecentrum gerepareerd of vervangen worden.
Laat een beschadigde schakelaar door een
•
geautoriseerd servicecentrum repareren of vervangen.
26