L 10-10 125, L 810 125, L 1001
Mijd met uw lichaam het gebied waar-
heen het elektrische gereedschap
bij een terugslag wordt bewogen.
De terugslag drijft het elektrische gereed-
schap in de richting die tegengesteld
is aan de beweging van de slijpschijf
op de plaats van de blokkering.
Werk bijzonder voorzichtig in de buurt
van hoeken, scherpe randen, enz.
Voorkom dat inzetgereedschappen
van het werkstuk terugstoten en vast-
klemmen.
Het ronddraaiende inzetgereedschap
neigt er toe, zich vast te klemmen
bij hoeken, scherpe randen of wanneer
het terugspringt. Dit veroorzaakt een
controleverlies of terugslag.
Gebruik geen kettingblad of getand
zaagblad.
Zulke inzetgereedschappen veroorzaken
vaak een terugslag of het verlies van
de controle over het elektrische gereed-
schap.
Bijzondere veiligheidsvoorschriften
voor slijp- en doorslijpwerkzaamheden
Gebruik uitsluitend het voor het elek-
trische gereedschap toegestane schuur-
toebehoren en de voor dit schuurtoebe-
horen voorziene beschermkap.
Schuurtoebehoren dat niet voor het
elektrische gereedschap is voorzien,
kan niet voldoende worden afgeschermd
en is niet veilig.
Gebogen slijpschijven moeten zodanig
gemonteerd worden dat hun
slijpoppervlak niet boven de rand van de
beschermkap uit steekt. Een onjuist
gemonteerde slijpschijf die over de rand
van de slijpschijf uitsteekt, kan
onvoldoende afgeschermd worden.
De beschermkap moet stevig op het
elektrische gereedschap zijn aangebracht
en voor een maximum aan veiligheid
zodanig zijn ingesteld dat het kleinst
mogelijke deel van het slijptoebehoren
open naar de bediener wijst.
De beschermkap helpt de bediener te
beschermen tegen brokstukken en
toevallig contact met het slijptoebehoren
alsmede tegen vonken die de kleding kun-
nen doen ontbranden.
Schuurtoebehoren mag alleen worden
gebruikt voor de geadviseerde toepas-
singsmogelijkheden. Bijvoorbeeld: slijp
nooit met de zijkant van een doorslijpschijf.
Doorslijpschijven zijn bestemd voor
materiaalafname met de rand van
de schijf. Een zijwaartse krachtinwerking
op dit schuurtoebehoren kan het toe-
behoren breken.
Gebruik altijd onbeschadigde span-
flenzen in de juiste maat en vorm voor
de door u gekozen slijpschijf.
Geschikte flenzen steunen de slijpschijf
en verminderen zo het gevaar van een
slijpschijfbreuk. Flenzen voor doorslijp-
schijven kunnen verschillen van
de flenzen voor andere slijpschijven.
Gebruik geen versleten slijpschijven van
grotere elektrische gereedschappen.
Slijpschijven voor grotere elektrische
gereedschappen zijn niet geconstrueerd
voor de hogere toerentallen van kleinere
elektrische gereedschappen en kunnen
breken.
Overige bijzondere veiligheidsvoor-
schriften voor doorslijpwerkzaamheden
Voorkom blokkeren van de doorslijpschijf
en te hoge aandrukkracht.
Slijp niet overmatig diep.
Een overbelasting van de doorslijpschijf
vergroot de slijtage en de gevoeligheid
voor kantelen of blokkeren en daardoor
de mogelijkheid van een terugslag
of breuk van het slijptoebehoren.
Mijd de omgeving voor en achter
de ronddraaiende doorslijpschijf.
Als u de doorslijpschijf in het werkstuk
van u weg beweegt, kan in het geval van
een terugslag het elektrische gereed-
schap met de draaiende schijf recht-
streeks naar u toe worden geslingerd.
Als de doorslijpschijf vastklemt of als
u de werkzaamheden onderbreekt,
schakelt u het gereedschap uit en houdt
u het rustig vast tot de schijf tot stilstand
is gekomen.
Probeer nooit om de nog draaiende
doorslijpschijf uit de groef te trekken.
Anders kan een terugslag het gevolg zijn.
Stel de oorzaak van het vastklemmen
vast en maak deze ongedaan.
71