het fornuis tot vlakbij de definitieve plaats, laat net voldoende
ruimte over om erachter te kunnen komen.
Pas op dat het fornuis niet wordt verdraaid in de ruimte tussen
de keukenkasten, omdat dit het fornuis of de kasten kan
beschadigen.
Ombouwen voor gebruik met een andere
gassoort
Indien het apparaat dient te worden omgebouwd voor
gebruik met een andere gassoort, raden wij aan dit nu te doen.
Raadpleeg de instructies in de ombouwset.
Waterpas stellen
Plaats een luchtbelwaterpas op een rek van een van de ovens om
te controleren of het fornuis waterpas staat.
Zet het fornuis op de bestemde plaats neer. Pas daarbij op dat
het niet wordt verdraaid in de ruimte tussen de keukenkasten,
omdat dit het fornuis of de kasten kan beschadigen.
De wieltjes kunnen worden afgesteld om het fornuis waterpas
te stellen. Om het fornuis aan de achterkant in de hoogte te
verstellen, dient u de stelmoeren aan de voorkant onder het
fornuis af te stellen met het bijgeleverde nivelleerwerktuig.
Stel de hoogte van het voorste wieltje af om het fornuis waterpas
te stellen. Draai met de wijzers van de klok mee om het fornuis
omhoog te brengen of tegen de wijzers van de klok in om het
fornuis te laten zakken.
Als u vindt dat het fornuis op de juiste hoogte staat en waterpas
is, dient u de stelmoer van het voorste wieltje één slag te draaien
om de voorkant van het fornuis iets op te tillen. Schroef de
voorste voetjes naar beneden tot ze de vloer raken. Draai de
stelmoer van het voorste wieltje tegen de klok in om het voorste
wieltje omhoog te brengen zodat de voorkant van het fornuis op
de voetjes steunt, niet op het voorste wieltje. Dit voorkomt dat
het fornuis per ongeluk wegrolt tijdens gebruik.
Bevestiging van de spatplaat (optioneel)
Verwijder de twee bevestigingsschroeven (inbuskop van 3 mm)
die door de bovenkant van de opening aan de achterkant heen
passen, en de bijbehorende moeren. Houd de spatplaat vast
op zijn plaats. Steek de twee bevestigingsschroeven er aan de
achterkant weer in en breng de moeren weer aan.
Aansluiten op het gas
Klem
Indien het fornuis op een flexibele gasleiding wordt aangesloten,
dient een klem te worden gebruikt. De klem dient te worden
bevestigd aan het gebouw en dient los te koppelen zijn
zodat het fornuis kan worden uitgetrokken voor reiniging en
onderhoudsdoeleinden.
Buigzame gasslang
Tussen de gastoevoer en de verbindingsslang dient een
gasafsluiter te worden aangebracht. De buigzame slang (niet
bijgeleverd) dient aan de relevante normen te voldoen. Neem in
geval van twijfel contact op met de leverancier.
Wanneer het fornuis naar achteren geschoven is, bedraagt de
ruimte tussen de afschermkasten aan de achterkant van het
fornuis en de achterwand slechts 50 mm
De inlaataansluiting op het fornuis is ISO 7-1 intern. Als u een
ISO 228-1 aansluiting nodig hebt, zit er een ISO 7-1 tot ISO
228-1 aansluiting in de ombouwset. Breng geschikte kit voor
het afdichten van de koppeling aan op het ISO 7-1 eind.
Draai het koppelstuk met de hand goed aan in de inlaat
van het fornuis. Draai met behulp van twee geschikte
gereedschappen, één op de inlaat van het fornuis om ervoor
te zorgen dat deze vast wordt gehouden, en één op het
koppelstuk, het koppelstuk aan in de inlaat van het fornuis.
Minimumkoppel 15 Nm. Maximumkoppel 20 Nm. Sluit de
slang aan op het koppelstuk.
De slang dient dusdanig te worden aangesloten dat zowel de
in- als de uitlaataansluiting verticaal is, zodat de slang in de vorm
van een U naar beneden hangt.
Daar het fornuis in de hoogte verstelbaar is en elke aansluiting
anders is, kunnen we geen nauwkeurige afmetingen geven.
Idealiter bevindt de toevoeraansluiting van het huis zich in het
gearceerde deel in de afbeelding van de achterkant van het
fornuis (‚B' in de afbeelding). Eventueel kunt u ook vanaf de
zijkant aansluiten.
zicht van achteren
A
gasinlaat fornuis
B
positie voor koppelstuk gastoevoer
C
eventueel kunt u ook vanaf de zijkant aansluiten.
Controleer na het aansluiten van het gas aan de hand van een
drukproef of het fornuis gasdicht is. Gebruik geen afwasmiddel
om op gaslekken te controleren – het kan corrosie veroorzaken.
Gebruik producten die speciaal bedoeld zijn voor lekdetectie.
VOORZICHTIG: GEBRUIK GEEN VLAM OM OP GASLEKKEN TE
CONTROLEREN.
Beproeven op druk
Sluit het apparaat aan op de gastoevoer. Controleer of het fornuis
gasdicht is.
51
Nederlands