NL
8.5
Buitengewoon onderhoud
Wanneer de elektronische kaart vervangen wordt, is het
VERPLICHT om de parameters in te stellen zoals die vermeld
zijn in de tabel en in de getoonde volgorde.
Type
N°
Beschrijving
Index die het vermogen in kW van de
PAR
01
ketel vermeld
0=25T
Hydraulische configuratie
0 = onmiddellijk
1 = boiler met thermostaat of alleen
verwarming
2 = boiler met sensor
PAR
02
3 = dubbel thermisch
4 = onmiddellijk met ingang
zonnepanelen
5 = open vent
6 = ketel met warmtepomp
Configuratie gastype
PAR
03
0 = G20/G25; 1 = G31; 2 = G230
Voor toegang tot "Weergave en instelling parameters", verwijs
naar de desbetreffende paragraaf.
Na het instellen van de parameters die vermeld zijn in de
tabel, dient de fase "Automatische kalibratieprocedure",
die beschreven is in de desbetreffende paragraaf, volledig
uitgevoerd te worden.
In geval van vervanging van de gasklep en/of de ontstekings-/
en/of del brander en/of ventilatore , dient de
meetelektrode
volgende fase volledig uitgevoerd te worden "Automatische
kalibratieprocedure", die beschreven is in de desbetreffende
paragraaf, volledig uitgevoerd te worden.
8.6
Storingcodes en mogelijke oplossingen
ALARMENLIJST STORINGEN/DEFECTEN
Type
N°
Storing
ALL
01
Rookgasthermostaat
Lage waterdruk in de
ALL
02
installatie
Hoge druk water
ALL
03
installatie
Storing sensor
sanitair water
ALL
04
(anomalie
retoursensor voor
versies "T")
Storing
ALL
05
toevoersensor
Er wordt geen vlam
ALL
06
waargenomen
Inschakeling van de
ALL
07
veiligheidssensor of
-thermostaat
Instelling
0
2
0 of 1
Oplossing
- Neem contact op met de
servicedienst
- Voer de waterdruk op
- Controleer of de installatie
lekken vertoont
- Open de afvoerkraan die zich
op de hydraulische groep
bevindt en stel de druk in op
1-1,2 bar
- Controleer de aansluitingen
- Controleer de werking van de
sensor
- Controleer de aansluitingen
- Controleer de werking van de
sensor
- Controleer of de elektrode
niet beschadigd is en of er
geen massa is
- Controleer of er gas
aanwezig is en de druk ervan
- Controleer of de gasklep en
de kaart niet beschadigd zijn
- Controleer de aansluitingen
van de sensor of de
thermostaat
- Verlucht de installatie
- Controleer de
verluchtingsklep
- Vervang de sensor of de
thermostaat
- Controleer of de rotor van de
pomp niet geblokkeerd is
Type
N°
Storing
Storing
ALL
08
vlamwaarnemingscircuit
Er circuleert geen
ALL
09
water in de installatie
Storing bijkomende
ALL
10
sensor
Modulator gasklep
ALL
11
losgekoppeld
Storing sensor sanitair
ALL
12
water in de ketel
modus
Inschakeling
ALL
13
rookgassensor
ALL
14 Storing rookgassensor
De controlekabel van
ALL
15
de ventilator is niet
aangesloten
Storing niveau
ALL
18
condenswater
Max. aantal
ALL
28
opeenvolgende
deblokkeringen bereikt
Retoursensor
anomalie (afwijking
ALL
30
tanksensor voor "T"
versies)
Storing lage waarde
ALL
37
netspanning
Waarneming foutieve
ALL
40
frequentie netwerk
Vlamverlies
ALL
41
gedurende meer dan 6
opeenvolgende keren
ALL
42 Storing knoppen
Communicatiestoring
ALL
43
Open Therm
Fout som van de
ALL
44
openingstijden van de
klep zonder vlam
Lock voor ∆T flow /
ALL
56
max out limiet (open
vent)
Slot voor
temperatuurregeling
ALL
57
FT "Flow Temp"(open
vent)
De automatische
kalibratieprocedure
ALL
62
moet uitgevoerd
worden
Oplossing
- Controleer of de elektrode
niet beschadigd is en of er
geen massa is
- Controleer of de gasklep en
de kaart niet beschadigd zijn
- Controleer de rotatie van de
rotor van de pomp
- Controleer de elektrische
aansluitingen
- Vervang de pomp
- Controleer PAR 02
"hydraulische configuratie"
- Controleer de elektrische
aansluiting
- Controleer de elektrische
aansluiting
- Stel de parameter PAR 04
(Configuratie verbranding)
in op 0
- Verifiëren probe functioneren
- Vervang de rookgassensor
- Vervang de rookgassensor
- Controleer de elektrische
aansluiting van de
rookgassonde
- Neem contact op met de
servicedienst
- Controleer de
verbindingskabels tussen de
ventilator en de kaart
- Controleer of de buis die het
condenswater naar de sifon
voert niet afgesloten is
- Controleer of de sifon niet
afgesloten is
- Wacht 1 uur en probeer de
kaart te ontgrendelen
- Neem contact op met de
servicedienst
- Vervang de terugkeersensor
- Controleer de parameters
- Neem contact op met de
servicedienst
- Controleer de spanning
- Neem contact op met de
distributeur
- Neem contact op met de
distributeur
- Controleer de ontstekings/
meetelektrode
- Controleer of er gas
beschikbaar is (kraan
geopend)
- Controleer de gasdruk in het
netwerk
- Controleer of de knoppen
goed werken
- Controleer de elektrische
aansluiting OT
- Controleer of er waterslag
aanwezig is in het sanitaire
systeem. Zo ja, monteer dan
een anti-waterslagapparaat
- Controleer of er afwijkende
verzoeken van de
omgevingsthermostaat zijn
- Neem contact op met de
servicedienst
- Neem contact op met de
servicedienst
- Neem contact op met de
servicedienst
- Voer de "Automatische
kalibratieprocedure" uit (zie
de desbetreffende paragraaf)
121