3.4 - GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Handel als volgt om het apparaat te gebruiken.
Om eventuele beschadiging van de compressor te voorkomen, wordt iedere start met
3 minuten vertraagd ten opzichte van de laatste uitschakeling.
3.4.a - Voorafgaande handelingen
•
Breng het apparaat in positie op een stabiel vlak, dat niet hellend is, op minstens 30 cm
van de muur of van ieder ander object, om de correcte luchtcirculatie te garanderen.
Plaats het op een oppervlak dat bestand tegen water is omdat eventueel naar buiten
lekkend water de meubels of de vloer schade kan berokkenen.
•
Plaats het apparaat niet rechtstreeks op tapijten, handdoeken, dekens of andere
absorberende oppervlakken.
•
Steek de stekker in het stopcontact; het apparaat laat een "pieptoon" horen en op
het display wordt de icoon
Voordat het apparaat elektrisch aangesloten wordt, moet gecontroleerd worden of de
gegevens die op het plaatje staan overeenkomen met die van het elektrische distributienet.
3.4.b - Inschakeling/uitschakeling apparaat
a. Het apparaat kan voor korte tijde ingeschakeld of uitgeschakeld wordt door op de afstandsbediening op
B1 of op het controlepaneel op SW1 te drukken (voor een langdurige stilstand moet het apparaat gede-
activeerd worden door de stekker uit het stopcontact te trekken).
b. De bijbehorende LED L2 gaat branden om aan te geven dat het apparaat uitgeschakeld is.
c. Druk in deze situatie opnieuw op de afstandsbediening op B1 (of op het controlepaneel op SW1) om de
eerder geselecteerde functies opnieuw in te stellen.
Wanneer het apparaat uitgeschakeld is worden alle timers gereset.
3.5 - VENTILATIEWERKWIJZE (FAN)
a. Door deze werkwijze te gebruiken, zal het apparaat geen enkele effect hebben, noch op de temperatuur
noch op de luchtvochtigheid in het vertrek, maar de lucht alleen in circulatie houden.
b. Deze werkwijze kan geselecteerd worden door op B3 of SW2 te drukken tot het symbool van alleen
ventilator ( ) geactiveerd wordt op het display van het bedieningspaneel terwijl het symbool D6 op het
display van de afstandsbediening verschijnt.
c. In deze werkmodaliteit is de interne ventilator altijd ingeschakeld en is het mogelijk op ieder gewenst
moment de gewenste snelheid van de ventilator te selecteren (alleen met de afstandsbediening) door op
de daarvoor bestemde toets B3 te drukken (symbool D7 op de afstandsbediening geactiveerd).
3.6 - WERKWIJZE KOELING (COOL)
a. In deze werkwijze zal het apparaat het vertrek ontvochtigen en koelen.
Deze modaliteit kan geselecteerd worden door op B2 of SW2 te drukken tot het symbool van alleen koeling
(
/ D3) op zowel de afstandsbediening als op het display van het bedieningspaneel geactiveerd wordt.
b. De interne ventilator is altijd ingeschakeld op de automatische snelheid of op de (alleen met de afstands-
bediening) geselecteerde snelheid.
c. Het set point van de temperatuur (Tset) kan ingesteld worden tussen 17°C en 30°C (van 62 F tot 86 F
indien aanwezig) met variaties van 1°C dankzij B11 of SW3/SW4, en de bijbehorende waarde verschijnt
zowel op de afstandsbediening als op het plaatselijke display.
d. (Maximaal) drie minuten na de activering van deze werkwijze gaat de compressor van start en begint het
apparaat koele lucht af te geven.
3.7 - WERKWIJZE ONTVOCHTIGING (DRY)
a. Deze modaliteit kan geselecteerd worden door op B2 of SW2 te drukken tot het symbool van alleen ontvoch-
tiging ( / D4) op zowel de afstandsbediening als op het display van het bedieningspaneel geactiveerd wordt.
en de omgevingstemperatuur in °C weergegeven.
NL - 15
DOLCECLIMA COMPACT M