b) Besteed bijzondere aandacht aan wat nu volgt om er zeker van te zijn dat de afdekking op geen enkele wijze wijzi-
gingen ondergaat die van invloed zijn op het veiligheidsniveau wanneer op elektrische onderdelen gewerkt wordt. Dit
omvat beschadigingen van kabels, een overmatig aantal aansluitingen, eindstukken die niet zijn vervaardigd volgens
de oorspronkelijke specificaties, beschadigingen van pakkingen, verkeerde montage van kabelklemmen, enz. Con-
troleer of de apparatuur op veilige wijze gemonteerd is. Controleer of de pakkingen of de verzegelingsmaterialen niet
dusdanig verslechterd zijn dat de binnenkomst van ontvlambare atmosferen niet meer voorkomen kan worden. De
vervangingsonderdelen moeten voldoen aan de specificaties van de fabrikant.
Het gebruik van siliconenkit kan de doeltreffende werking van enkele soorten lekdetectiesystemen
belemmeren. De intrinsiek veilige onderdelen mogen niet geïsoleerd worden voordat erop ingegre-
pen wordt.
24. REPARATIE VAN INTRINSIEK VEILIGE ONDERDELEN
Pas geen enkele inductielading en ladingen met permanente capaciteit toe op het circuit, zonder eerst gecontroleerd
te hebben of de maximum spanning en stroom, die voor de gebruikte apparatuur toegestaan zijn, niet overschreden
worden. De intrinsiek veilige onderdelen zijn de enige waarop ingegrepen kan worden terwijl ze onder spanning staan
en een ontvlambare atmosfeer aanwezig is. Het testsysteem moet op de correcte stroomsterkte staan. Vervang de
onderdelen alleen door de reserveonderdelen die aangeduid worden door de fabrikant. Andere dan de aangeduide
onderdelen kunnen na een lek de ontbranding van het koelmiddel in de atmosfeer veroorzaken.
25. BEKABELING
Controleer of de bekabeling niet blootgesteld wordt aan slijtage, corrosie, overmatige druk, trillingen, scherpe
randen of aan ieder ander nadelig effect van de omgeving. Houd tijdens de controle ook rekening met de ef-
fecten van veroudering of van constante trillingen die veroorzaakt worden door elementen als compressoren
of ventilatoren.
26. DETECTIE VAN ONTVLAMBARE KOELMIDDELEN
Gebruik in geen enkel geval potentiële ontstekingsbronnen om lekken van koelmiddel te detecteren. Gebruik
geen steekvlammen (of iedere ander detectiesysteem dat van open vuur gebruik maakt).
27. LEKDETECTIEMETHODEN
De volgende lekdetectiemethoden worden als aanvaardbaar beschouwd voor systemen die ontvlambare koelmid-
delen bevatten. Gebruik elektronische lekdetectors voor ontvlambare koelmiddelen, ook als de gevoeligheid mo-
gelijk niet geschikt is of ze opnieuw gekalibreerd moeten worden. (De detectie-uitrusting moet gekalibreerd worden
in een gebied zonder koelmiddel.) Controleer of de detector geen potentiële ontstekingsbron is en geschikt is voor
het gebruikte koelmiddel. De lekdetectie-uitrusting moet ingesteld zijn op een percentage LFL van het koelmiddel
en gekalibreerd zijn ten aanzien van het gebruikte koelmiddel en het geschikte percentage gas (maximaal 25%) is
bevestigd. De vloeistoffen voor de detectie van lekken kunnen gebruikt worden met het merendeel van de koelmid-
delen maar het gebruik van reinigingsmiddelen die chloor bevatten moet vermeden worden aangezien chloor op het
koelmiddel zou kunnen reageren en de koperen leidingen kan aantasten door corrosie. Als een lek vermoed wordt,
moet al het open vuur verwijderd/gedoofd worden. Als een koelmiddellek gedetecteerd wordt waarvoor lassen nodig
is, win dan al het koelmiddel uit het systeem terug of isoleer het (door middel van de afsluitkleppen) in een deel van
het systeem dat zich ver van het lek bevindt. Vervolgens moet vóór en tijdens het lasproces zuurstofvrije stikstof
(OFN) in het systeem vrijgelaten worden.
28. VERWIJDERING EN LEDIGING
Gebruik conventionele procedures wanneer op het circuit van het koelmiddel gewerkt wordt voor het uitvoe-
ren van reparaties of om iedere andere reden. Desondanks is het belangrijk dat de beste praktijk in acht geno-
men wordt gezien het feit dat rekening gehouden moet worden met de ontvlambaarheid. Neem de volgende
procedure in acht:
•
Verwijder het koelmiddel;
•
Ontlucht het circuit met inert gas;
•
Leeg het;
•
Ontlucht het nog een keer met inert gas;
•
Open het circuit door middel van snijden of lassen.
De koelmiddelvulling moet hersteld worden in cilinders die geschikt zijn voor de terugwinning. Reinig het systeem
met OFN om de eenheid veilig te maken. Het zou nodig kunnen zijn deze procedure meerdere malen te moeten
herhalen. Gebruik geen perslucht of zuurstof voor deze handeling. De reiniging moet voltooid worden door het
luchtledige deel van het systeem met OFN te vullen en door te blijven gaan met vullen tot de werkdruk bereikt
wordt, vervolgens moet de OFN in de atmosfeer geloosd worden en tenslotte moet het systeem weer in een lucht-
ledige situatie gebracht worden. Herhaal het proces tot geen koelmiddel meer in het systeem achtergebleven is.
Wanneer de laatste vulling met OFN gebruikt wordt, moet het systeem op de atmosferische druk gebracht worden
NL - 8