De levensduur van de unit kan worden verkort en het
risico van ongelukken kan toenemen wanneer het
onderhoud niet op de juiste manier wordt uitgevoerd en
wanneer service en/of reparaties niet vakkundig worden
gedaan. Indien u meer informatie nodig hebt, verzoeken
wij u contact op te nemen met de dichtstbijzijnde
servicedealer.
Veiligheid apparaat / onderhoud
Koppel eerst de bougie los voordat u
onderhoudswerkzaamheden gaat uitvoeren.
Technische gegevens
Hieronder volgt een lijst van het onderhoud dat aan de
unit moet worden uitgevoerd. De meeste punten staan
beschreven in het hoofdstuk Onderhoud. De gebruiker
mag alleen die onderhouds- en servicewerkzaamheden
uitvoeren die in deze gebruiksaanwijzing worden
beschreven. Verdergaande werkzaamheden moeten
door een erkende servicewerkplaats worden uitgevoerd.
Voer vaker onderhoudswerkzaamheden uit wanneer vaak
Wekelijks:
Maak de buitenkant van de unit schoon.
Controleer of de gashendelvergrendeling en de
gashendel goed werken uit veiligheidsoogpunt.
Controleer of de START/STOP-schakelaar correct
werkt.
Controleer of de snijuitrusting niet roteert bij stationair
draaien.
Controleer of de beschermkap voor de snijuitrusting
niet beschadigd is en geen barsten vertoont. Vervang
de beschermkap voor de snijuitrusting als deze
gebarsten is of aan slagbelasting blootgesteld is
geweest.
Controleer of de trimmerkop onbeschadigd is en geen
barsten vertoont. Vervang de trimmerkop indien nodig.
Controleer of de borgmoer van de snijuitrusting goed
is vastgedraaid.
Controleer of de bouten en moeren vastgedraaid zijn.
Controleer of er geen brandstof uit de motor, tank of
Maandelijks:
Controleer de starter en het starterkoord.
Jaarlijks:
Maak de bougie uitwendig schoon. Verwijder hem
en controleer de afstand tussen de elektroden. Stel
de afstand in op 0,6 mm (0,024 inch) of vervang
de bougie. Zorg ervoor dat de bougie zog. radio-
ontstoring heeft.
Maak de buitenkant van de carburateur en de directe
omgeving van de carburateur schoon.
Controleer of de haakse overbrenging voor 3/4 gevuld
is met smeermiddel. Vul indien nodig bij met speciaal
vet.
defecten vertoont. Vervang indien nodig.
Controleer alle kabels en aansluitingen.
Controleer de koppeling, de koppelingsveren en
koppelingstrommel op slijtage. Laat deze, indien
nodig, bij een erkende servicewerkplaats vervangen.
Bougie vervangen. Zorg ervoor dat de bougie zog.
radio-ontstoring heeft.
All manuals and user guides at all-guides.com
ONDERHOUD
schoon in een warm sopje van water en zeep. Spoel
terugplaatst.
moet altijd vervangen worden.
Bougie
De volgende factoren zijn van invloed op de conditie van
de bougie:
Deze factoren veroorzaken afzettingen op de
elektroden van de bougie, wat tot motordefecten en
startmoeilijkheden kan leiden.
Wanneer de unit te weinig vermogen heeft, moeilijk start
of onregelmatig stationair draait, dient u altijd eerst de
bougie te controleren voor u andere maatregelen neemt.
Maak de bougie schoon als deze vuil is en controleer of
de afstand tussen de elektroden correct is.
LET OP:
bougietype. Andere types kunnen de zuiger/cilinder
beschadigen.
Carburateur
Tijdens het testen in de fabriek wordt de basisafstelling
van de carburateur uitgevoerd. De afstelling moet worden
Geluiddemper
In sommige regio's zijn bepaalde geluiddempers
voorzien van een speciale vonkenvanger. Indien uw unit
is voorzien van een vonkenvanger, moet deze worden
gecontroleerd en, indien nodig, door een servicedealer
worden gereinigd. Als de vonkenvanger is beschadigd,
moet deze worden vervangen.
Indien het gaas vaak verstopt is, kan dit erop duiden
dat de werking van de katalysator is afgenomen. Neem
contact op met uw servicedealer voor controle van de
geluiddemper. Met verstopt gaas raakt de unit oververhit.
Dat leidt tot schade aan de cilinder en zuiger.
LET OP:
geluiddemper defect is of loszit. Controleer of de bouten
van de geluiddemper goed vastzitten.
Hoekoverbrenging
Zorg ervoor dat de hoekoverbrenging voor 3/4 gevuld is
met tandwielvet. Het smeermiddel in het transmissiehuis
moet normaal gezien alleen vervangen worden in geval
van een reparatie.
112
Reinig of vervang de vonkenvanger, indien geleverd.
een onjuiste afstelling van de carburateur.
een verkeerd brandstofmengsel (te veel of verkeerde
olie).
Gebruik de unit niet wanneer de