Onderhoud motor
Veiligheid van de motor
•
Houd uw kleding, gezicht, handen, voeten
en andere lichaamsdelen uit de buurt van de
geluiddemper en andere hete oppervlakken. Laat
de onderdelen van de motor afkoelen voordat u
onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
•
Verander de snelheid van de toerenregelaar niet
en laat de motor het maximale toerental niet
overschrijden.
Onderhoud van het
luchtfilter
Onderhoudsinterval: Om de 250 bedrijfsuren—Voor
Kawasaki motoren – vervang
het primaire luchtfilter (dit moet
vaker gebeuren als de machine
wordt gebruikt in stoffige of vuile
omstandigheden).
Om de 250 bedrijfsuren—Voor Kawasaki
motoren – controleer het veiligheidsfilter (dit
moet vaker gebeuren als de machine wordt
gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden).
Om de 500 bedrijfsuren—Voor Kawasaki
motoren – vervang het veiligheidsfilter (dit moet
vaker gebeuren als de machine wordt gebruikt
in stoffige of vuile omstandigheden).
Opmerking:
Het luchtfilter moet vaker een
onderhoudsbeurt krijgen als de machine wordt
gebruikt in buitengewoon vuile of stoffige
omstandigheden.
Filters verwijderen
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Maak de sluitingen op het luchtfilter los en trek
het luchtfilterdeksel van de luchtfilterbehuizing
(Figuur
40).
1. Luchtfilterbehuizing
2. Voorfilter
3. Vergrendeling
4.
Reinig de binnenkant van het luchtfilterdeksel
met perslucht.
5.
Schuif het voorfilter voorzichtig uit de
luchtfilterbehuizing
Opmerking:
filter tegen de zijkant van de luchtfilterbehuizing
stoot.
6.
Verwijder het veiligheidsfilter uitsluitend als u dit
gaat vervangen.
De filters controleren
1.
Controleer het veiligheidsfilter. Als het vuil is,
vervangt u het veiligheids- en het voorfilter.
Belangrijk:
Probeer het veiligheidsfilter niet
te reinigen. Als het veiligheidsfilter vuil is,
betekent dit dat het voorfilter is beschadigd.
2.
Inspecteer het filterelement op beschadiging
door een felle lichtbron op de buitenkant van het
filter te richten en er doorheen te kijken. Als het
voorfilter vuil, verbogen of beschadigd is, moet
u het vervangen.
Opmerking:
als lichte plekken. U mag het voorfilter niet
reinigen.
Filters monteren
Belangrijk:
U mag de motor nooit laten lopen
zonder dat beide luchtfilters en het deksel zijn
gemonteerd om beschadiging van de motor te
voorkomen.
1.
Als u nieuwe filters plaatst, moet u elk filter
controleren op transportschade.
37
Figuur 40
4. Luchtfilterdeksel
5. Veiligheidsfilter
(Figuur
40).
Zorg ervoor dat u niet met het
Gaten in het filter zijn herkenbaar
g001883