nl
|
Instellingen
14
Instellingen
14.1
Sensorinstellingen
Sensorinstellingen zijn in PolySoft beschikbaar.
Vangbereik instellen
–
Met het vangbereik kunnen ongewenste nulpuntafwijkingen worden
onderdrukt. De instelling heeft invloed op de weergegeven meetwaarde.
Met de functie kan het vangbereik worden gedefinieerd en kunnen de
vangbereikgrenzen worden vastgelegd.
Kalibratie-interval instellen
–
Met het kalibratie-interval wordt het tijdvenster voor de volgende kalibratie
vastgelegd. Als het interval afloopt, geeft het gasmeetinstrument een
waarschuwing weer.
–
Sensorzelftest
De sensorzelftest is een veiligheidsfunctie die in regelmatige intervallen
wordt uitgevoerd. Als de sensorzelftest mislukt, wordt een waarschuwing
weergegeven. Bij een nieuwe negatieve sensorzelftest wordt een
foutmelding weergegeven.
De sensorzelftest kan in PolySoft worden gedeactiveerd en bovendien
handmatig worden uitgevoerd.
Voor veiligheidstoepassingen moet de sensorzelftest worden geactiveerd.
Gasinstellingen
–
Met deze functie kunnen afhankelijk van de sensor gassoort, meetbereik en
meeteenheden worden ingesteld.
WAARSCHUWING
Alarmen niet detecteerbaar!
Na een verandering van de gasinstellingen in burst-modus (Burst Mode) Rising
of Falling moet de activeringsdrempel voor de nieuwe gasinstellingen worden
aangepast.
De aanpassing van de activeringsdrempels gebeurt niet automatisch, het
apparaat activeert de standaard fabrieksinstelling!
► Na een verandering van de gasinstellingen burst-modus-configuratie (Burst
Mode Configuration) aanpassen aan activeringsdrempels.
202
Gebruiksaanwijzing
|
Dräger Polytron
WAARSCHUWING
Kans op dodelijk letsel!
Burst-modus-configuraties (Burst Mode Configurations) hebben een grote
invloed op de overdracht van de gasmeetwaarde naar de gateway.
Een foutieve configuratie zorgt ervoor dat kritieke gasconcentraties niet of met
een grote tijdvertraging worden gedetecteerd.
► Parameters aan de gateway controleren.
14.2
Gasmeetinstrument naar fabrieksinstellingen
resetten
Uitvoerbaar vanaf 10 minuten na inschakeling van het gasmeetinstrument.
Instrumentinstellingen, gegevens voor integratie in WirelessHART
®
sensorconfiguratie en Bluetooth
-pairing-PIN worden gereset.
De functie is ook in PolySoft beschikbaar.
Procedure met magneetstift
Magneetstift plaatsen
0 s
Gasmeetinstrument naar fabrieksinstellingen resetten:
1. Magneetstift ca. 15 seconden op markering (afb. A 12) houden, tot de
blauwe LED snel knippert.
2. Magneetstift 7 seconden verwijderen.
3. Magneetstift opnieuw 1 seconde op markering houden (LED stopt met
knipperen) en verwijderen.
✓ Gasmeetinstrument voert herstart uit en wordt gereset.
®
6100 EC WL, Dräger Polytron
®
-netwerk,
LED knippert
15 s
0 s
7 s
8 s
®
®
Repeater WirelessHART